woensdag 31 december 2014

column streekkrant editie antwerpen


DEERNIS VOOR ONZE FLYERAARS


Welke sinjoor kent ze niet? De Antwerpse jongens en meisjes die, al dan niet verkleed als pinguïn, Calimero of Duracell-konijn, foldertjes staan uit te delen op de Meir, de De Keyserlei of in de Schuttershofstraat? Ter meerdere eer en glorie van McDonald's, Media Markt of Fnac? Deze ijverig gonzende bijen, in de korf genaamd Antwerpen, vormen zeker geen randverschijnsel waaraan je zomaar voorbij kan gaan. Tezamen met het volkje dat enquêtes afneemt (al dan niet telefonisch, al dan niet gewenst), vormen ze op de arbeidsmarkt een klein legioen, dat behoorlijk angstaanjagend zou zijn, mocht het in groep op je afkomen. Advocaten, dokters en pastoors gebinten volgens de traditie meer respect, maar ook deze pamfletjesverdelers doen een ganse industrie draaien, dankzij dewelke het aantal bankovervallen aanzienlijk afneemt.

Overigens vormt dat volkje wel een handig afleesbare barometer voor de sfeer van een bepaalde stad. De pamfletjesverdelers van Londen bijvoorbeeld, werken vanuit een volstrekt andere attitude. Meteen van zodra je Victoriastation buitenkomt, zie je ze werkelijk overal staan, op iedere hoek van elke straat, zelfs in de minder commerciële buurten. Maar daarginds, over het Kanaal, daar bewegen ze zich niet eens meer. Ze staan er maar wat te staan, hun briefjes in één opgestoken arm. Of je die briefjes nu van ze aanneemt of niet, dat zal hen volstrekt worst wezen. Misschien zijn ze wel de openlucht-afdeling van Madame Tussaud's? Neen, geef mij dan maar de veel meer levendige, toch iétsje beter gemotiveerde distributeurs van bij ons! Sommigen van die meisjes glimlachen je zo ontwapenend lieftallig tegemoet, dat je bijna geneigd bent hun hele stapel van ze over te nemen.

Doorgaans betoont het publiek deze mensen helaas niet de eerbied die ze verdienen. Als je niet bestand bent tegen pamfletjesverdelers, zoek dan toch geen winkelstraten op! Onze winkelwandelstraten maken van commercie nu eenmaal een sport, zo hoort het toch? Daarstraks nog zag ik, vlakbij het Centraal Station, in volle feestdagen-tijd, zo'n zurig vrouwmens een flyer van zo'n jonge, brave kerel aannemen. Zonder het papiertje ook maar één blik te gunnen, gooide ze het in de allereerste vuilnisbak die ze tegenkwam  - vlak voor die jongen zijn neus. Waarom niet de simpele beleefdheid opbrengen om toch eerst de hoek om te slaan? Wat zijn dat nu voor manieren? Om die jongen zijn dag weer goed te maken, nam ik een flyer van hem aan, stapte er al lezend enige meters mee voort, en keerde dan terug met de vraag:"Mag ik zo nog één briefje alstublieft?"

Geen opmerkingen: