donderdag 25 juni 2015

ingezonden kortverhaal,- victor glorieux

jonathan druyts, een personage dat werd verzonnen door victor glorieux, is op avontuur in ankara, daar op doorreis zynde naar syrië. in de foyer van het hôtel ontmoet onze held ten derde male een zekere aanminnelyke patricia...






"ik ben bly dat je nog hier bent," zei jonathan druyts haar oprecht.
    "o ja?" aldus patricia met een aanstekelyk lachje. "waarom dan wel?"
    "welja," zei jonathan. "ik... ik ken hier verder niemand..."
    "neen?"
    "neen, eigenlyk..."
    "ook wel gek van je," zei patricia. "ik bedoel: om zo helemaal in je ééntje op reis te willen!"
    "tja... misschien ben ik inderdaad wel een béétje gek," zei jonathan. en pas toen zy daarom lachte, moest hy er ook zélf om lachen.
    maar wat nu, zo dacht hy. wat nu, dames en heren? kon hy dit té jonge meisje, zo overdacht hy gehaast, kon hy dit meisje de gehele waarheid opbiechten? dus: het duizelingwekkende gegeven, lezers, dat ook hy zich hier op doorreis wist - en wel naar precies diezelfde, satanisch te noemen eindbestemming - syrië, de ondergang, de marteldood... maar: dan moest hy haar tevens over zarah vertellen.
    "komaan," zei patricia. "pak een vork, voor een paar van die sardines. het zyn er teveel voor my!"
    sinds vanmorgen niks meer gegeten hebbende, moést onze held, als hy het uitrekende, zich écht wel hongerig weten - toch sloeg hy dit af, byzonderlyk daar hy zich, in plààts van hongerig, alleen maar erg misselyk voelde - en wel op zo'n manier dat hy vanzelf ook wist, dat eten er geen goed aan zou doen.
    "we zitten hier nog even vast, ja," ging patricia dan meer geheimzinnig tot hem voort, voorzichtig in de rondte gezocht hebbende eerst. "m'n schoonbroêr is opeens ziek geworden."
    "ja?" vroeg jonathan. "hoe komt dat??"
    "daarom laat ik die opzy liggen, kyk," zei patricia. "hy heeft teveel van die inktvisjes gegeten, weet ik zeker."
    "ah," stamelde jonathan.
    effectief herinnerde hy zich dit nog: hoe die stomme broêr van d'r, met zyn onvergetelyke, blinkende rooie kop en die ongewassen neus van 'm, ermeê bezig was geweest, gisteren-avond nog, om, op een immers té opvallende manier, het ene na het andere gebraden inktvisje in zyn mond naar binnen te proppen - toén al was daar iets stuitends aan...
    "we hebben een marge van precies één etmaal, om aan de grens aan te komen. dus vertrekken we pas morgenvroeg, en niet vandaag al. kan 'ie uitzieken."
    patricia kreeg een berichtje - bliep!...
    zy las dit berichtje, en begon vervolgens ook zelf een, kennelyk uitgebreide, mededeling in te typen.
    waarop jonathan ook zyn éigenste smartphone ter handen greep - o god, zo begreep 'ie: dit toestel stond nog stééds op, zoals dit werd aangeduid, "vliegtuigstand". hy drukte een paar knopjes in, de module daarmeê opheffend.
    voorspelbaar genoeg, maar toch, kwam er een vyf-, zestal berichtjes meteen na mekaâr binnen - tril!!, tril!!... en die waren,- eens nakyken...
    ja: die waren alle zonder uitzondering van zyn moeder afkomstig - de boodschap steeds deze:"junge komm bald wieder!" - ja, by wyze van spreken...
    "ik moet naar boven," zei patricia dan resoluut. en zei nog:"over een uurtje ben ik weêr terug, oké? ben jy hier dan ook? ik vind jou wel leuk."
    "ja... jazéker," stamelde jonathan.
    "laten we tezamen op stap gaan."
    "oké..."
    kort nadat deze prachtige deerne, zonder nog veel verdere plichtplegingen, vertrokken was, begaf ook onze hoofdheld zich langs de met tapis-plein beslagen trappen naar zyn kamer op de zoveelste verdieping. hy gooide zich effenaf op het dubbelbed - dan veerde hy daar meteen weêr van overeind: om als een bezetene al zyn vele, vele geldbriefjes uit zyn vele, vele ritsen, jaszakken, rugzakjes, binnenzakjes en geheime portefeuilles by mekaâr te grissen. de ganse sprei lag er algauw helemaal vol meê. wat te doen, dit kon zo niet langer...
    hy stak alles byeen in één plasticzak - een exemplaar dat hier, bemerkten-'ie opgelucht, nét groot genoeg voor was. de onderste lade van zyn nachtkastje haalden-'ie integraal uit het meubel; in de zo vrygekomen holte, stak 'ie de plasticzak weg; en dan schoof 'ie de lade weêr netjes op haar plaats.
    nog terwyl onze held daarmeê doende was, werd er met veel nadruk by hem aangeklopt,- ja?
    bommm!!
    bommmm!! bommmmm!!
    wie kon dit wezen?
    optenief die patricia? hopelyk?
    of iemand nog helemaal anders?
    hy knoopte zyn natte hemd goed, klaar om te gaan opendoen...