die elfje, zoals ze werkelyk heet, is best wel ad rem. een journalist van het laatste nieuws vroeg my naar een zekere herinnering die ik misschien had, waarom niet, aan de tijl-stoet des jaren zeventigs, van toen ik een jaar of zes was. en jawel, dit weet ik nog goed, lezers: er kwam toen eens een figuur naar my toegestapt, dat een groots, onvergetelyk masker ophad, van een knalrood naar my grynzende duivel, maar die my wél een gebakken pannenkoek wilde offreren. in die pannenkoek in kwestie had ik keiveel goesting - doch: die duivel joeg my teveel schrik aan; zodat ik die lekkerny uiteindelyk heb moeten laten passeren... een trauma dat my tot vandaag achtervolgt, en dat ik, overigens, herken in de lyrisch beschreven angsten die luis borges (1899-1986) ook jegens maskers koestert...
de journalist had gedaan met dit alles aandachtig, maar niet echt lachend, neêr te schryven, toen, inmiddels en ondertussen, myn tweede thee citroen arriveerde. geen trek hebbende in het tweede spritz-koekje dat zich daarby ook aandiende, offreerde ik dit kleinood, meer mild gekscherend dan wat anders, aan dit elfje hier - "gy myn koekske hebben?" ogenblikkelyk repliceerde zy:"dat koekske heb ik wel keiveel goesting in - maar ik ga passen: omdat het my wordt aangegeven door een duivel."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten