woensdag 7 december 2016

column streekkrant editie antwerpen


DE EERSTE ANTWERPSE ZELFMOORDTERRORIST 


De kerstvakantie is een mooie tyd, maar myzelf overvalt rond deze dagen vaak een sombere melancholie, met name doordat ik dan wel eens terugdenk aan die ene, onvergetelyke storm van 24 december 1977. Ik was toen zes jaar oud, maar wel byna zeven, en myn grootvader, die een keuterboerderij bewoonde niet ver vanwaar vandaag de dag De Petrol zich bevindt, nam my meê naar buiten, om te getuigen van de zogenaamde Kerststorm, die windhozen kende tot 124 kilometers per uur - wie my wil tegenspreken, moet het eerst maar eens nazien op Wikipedia. In Antwerpen alleen al vielen er zeventien doden.
    En zo staat de Schelde-rivier symbool voor wel meer onheil dan alleen maar die sprakeloze Flandriaboot, die eveneens wel droef stem. Waren die toeristische boottochten in vroeger tijden nog een uiting van een persoonlyke, maritieme passie, van een meer dan honderd jaar oude traditie, sinds een jaar of drie is de integrale Flandria-Redery een dochter-onderneming van Studio 100 - hoewel er toch nooit een meid van K3 achter het roer staat.

Ook is het feitelyk door te weinigen geweten, waarom de Schelde ooit terrein bood aan dé pionier van het zelfmoordterrorisme. Fanatici die zichzelf om politieke redenen tot ontploffing brengen, zijn inderdaad geen monopolie van onze tyd. Wie is er nog gekend met het verhaal van Jan van Speijk, de meêdogenloze Amsterdamse kanonneerboot-commandant, geboren te Amsterdam in 1802? Tydens de Belgische revolutie, toen ons land in opstand kwam tegen de hegemonie der Kaaskoppen, werd deze meneer van Speijk met zyn torpedo naar Antwerpen-grad gestuurd, meer bepaald naar Oosterweel, om daar de ladingen te controleren van onze schepen (Oosterweel, dat nu niet meer bestaat, was eêrtyds een mooi, eerlyk gelegen polderdorp ten Oosten van 't Koekenstad…) Door een harde, en meer nog noodlottige Noordwestenwind ter hoogte van het Antwerpse Fort Laurentius geraakte zyn eigen kanonneerboot letterlyk "aan lager wal", dat wil zeggen: hij dreef af richting de stad, waar hy ten prooi dreigde te vallen aan een woedende menigte van authentieke Sinjoren. Koelbloedig begaf de Nederlandse commandant zich naar zyn kajuit, zogezegd om daar papieren te gaan sorteren, in waarheid om zyn brandende sigaar daar onder te dompelen in een gigantisch vat buskruit. Zyn gehele vaartuig kwam daarmeê acuut tot ontploffing. Zyn laatste woorden waren:"Hier uitgelachen en vernederd worden? Dan liever de lucht in!"


Tot vandaag toe wordt de man, vooral in Nederland zelf, gevierd als een regelrechte held. In de televisieserie "De Grootste Nederlander" eindigde hy op nummer 118. Maar dat hy, behalve zichzelf, ook een gehele hoop andere, onschuldige mensen de dood injoeg, zegt niemand erby. Zijn eigen bemanning spatte uiteen, maar ook byna twintig Antwerpenaren kwamen toen, zoals al gezegd, aan hun einde. Het is en blyft zowat dé belangrykste reden waarom zovele Antwerpenaren heden ten dage nog stééds zo meêwarig plegen te doen over Nederlandse toeristen - tot onze schande welteverstaan, want die verre, verre nakomelingen van Jan van Speijk, die kunnen er vandaag de dag natuurlijk ook niet veel meer aan doen.

Geen opmerkingen: