(dit is blykbaar myn 200e column voor de kempische streekkrant.) (de antwerpse editie zit ongeveer op het dubbele...)
MAISVELDEN
Pas was ik nog eens in Essen, waar mijn grootmoeder langs moeders kant vandaan komt, en die overigens, met haar kranige 94 levensjaren, nog steeds zeer goed kan koken. Ik hou zeer veel van deze landelijke gemeente, Essen - een zeer eigenzinnige plek; het doet er Kempisch aan, maar het ruikt er naar Antwerpen vanwege het naburige Kalmthout, dat sinds jaar en dag een uitzonderlijke goede treinverbinding met Antwerpen heeft. Maar vooral is Essen exotisch, doordat het langs drie kanten door Nederland wordt omringd.
Ditmaal ging ik er met mijn kinderen naartoe, die persé wilden deelnemen aan de jaarlijkse maisdoolhof aldaar, op het prinsheerlijke recreatieterrein Bosrust. Ik moet eerlijk zeggen dat ik voor deze excursie niet echt stond te springen, namelijk omdat ik van maisvelden soms een angstaanval krijg. Toen ik nog een kind was, ben ik wel eens verloren gelopen in een tamelijk omvangrijk maisveld in Gierle. Wat nog lang niet zo erg is als je weg kwijtraken in een Canadees maisveld! In Canada zijn er maisvelden die even groot zijn als één reusachtige, Vlaamse stad; een paar keer per jaar gebeurt het, dat een roekeloos kind daar verstoppertje in gaat spelen; dat kind vinden ze nooit meer terug, ook niet met helicopters; het verhongert, of wordt opgegeten door een coyote. Dit soort horror was in Gierle niet aan de orde! Toch schrok ik mij die dag, als achtjarige snotaap, een bult. Ik was al een tijdje aan het rennen, ik vond mijn weg niet meer en geraakte in paniek. Toen stond er plotseling een kereltje vlak voor mij, van precies mijn leeftijd, in precies eenzelfde korte broek. “Hoe geraak ik hieruit?” vroeg ik hem. “Ik weet niet,” sprak hij terug. En we gingen ieder ons weegs. Nadien heb ik dat ventje nooit meer gezien, maar nog altijd word ik soms wakker in het midden van de nacht - wie was die jongen? Zou 'ie nog leven? Had ik hem niet moeten redden, toen mijn vader mij daar eindelijk was komen vinden?
Nee, ook in dat doolhof in Essen heb ik, door deze herinnering, weer afgezien. Mijn Oma heeft gelijk: volgende keer kan ik maar beter, het laatste weekend van augustus, in Essen meedoen aan de zogenaamde “Pruuverkes-route”, een fietstocht van 15 kilometer - met om de haverklap een tussenstop om wat bij te drinken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten