zondag 8 september 2019

column kempen editie antwerpen

BAGGER

's Lands werelddichter Willem Elsschot zat dikwyls in wylen het etablissement Het Rubenshof, op de Groenplaats. Een paar jaar geleên heeft deze tent op de Groenplaats op gruwelyke wyze moeten sluiten; de uitbater hoopte op gratis reclame door de  televisie uit te nodigen, voor het programma "De Smaakpolitie", maar die politie bracht daar zoveel dode muizen en bestofte dampkappen in beeld, dat het publiek er nooit meer wilde terugkomen. In de tyd van Elsschot was het een nette zaak, en we stellen het ons dan ook zo voor, dat hy dààrzo, aan een geëmailleerd tafeltje, op vele ideeën is gekomen voor zyn literatuur. Desalniettemin: een van zyn beroemdste gedichten ooit, De Baggerman, werd niet eens in België geschreven, maar wel in het verre, eêrtyds half ruraal aandoende Rotterdam. "Het is des Heren wil of 't zou niet wezen./En trouwens, man, het slyk moet uit de sloot. Wees dus maar stil, gy zyt toch spoedig dood:/als gy in 't water kykt dan kunt gy 't lezen." Vandaag doet dit poëem wél Antwerps aan, onze baggeraars zyn actueel, en hebben wat op hun geweten. Het water van onze Schelderivier is de voorbye twintig jaar stelselmatig alsmaar meer zuiver geworden, goeddeels door het herstel van de natuur aan de zykanten van de stroom, maar tegelyk wordt het water ook alsmaar meer troebel, doordat er nu al jarenlang fenomenale hoeveelhe^n slib worden gebaggerd en daarna weer teruggestort. Wordt het daarbeneên nog één graad donkerder, dan sterven onze algen, en hebben onze kleinste visjes geen eten meer. De hele biosfeer gaat daarmee dan naar de haaien, en dat zou jammer zyn - net nu we zo goed bezig waren!




Geen opmerkingen: