nu al dagenlang, beste lezers, is het, van smorgens in de zeer prille vroegte tot savonds in het tàmelyk late vleêrmuis-uur, wanneer bedtyd zich aanmeldt als een harde duimspyker, één stevige kwestie van rechtopstaan en voort-arbeiden, zonder ophouden, dwz helemààl onafgebroken in het getouw, zonder tussendoor éventjes zitten, zonder àf en toe één minuutje uitblazen. en toch, toch huist ook hierin, wat ik u brom, een zeker plezier, toch wel... bvb: ik sta op om vyf voor zeven smorgens - maar: om halfzeven smorgens word ik reeds wakker - teneinde toch eerst nog iets te lezen, twintig minuutjes lang, in één of andere roman hier op de grond; pychologisch is die muisstille vryheid die je dààr dan aantreft, van een byna extatisch-religieus niveau...
een nadeel is dat ik, na een afkcik van zeventien jaar, gelyk terug zou willen beginnen te roken, ook dat nog. met name voor die éne cigaret per dag, die ene, middelbare school-cigaret van halftien savonds, in alle stille, meditatieve eenzaamheid op het bemotregende balkon, op de tweede verdieping; zacht inhalerend, traag uitblazend, die heilige grens tussen dag en nacht markerend... hoe kan ik het soort dagen als deze, overleven zonder zo'n cigaret...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten