zaterdag 4 juli 2020

uit het schriftje

vrienden van luv gingen voor de eerste keer in hun leven naar de ardennen. ze vroegen haar: "naar welke plek gaan wy dan best?" vandaag schoof luv die vraag enigszins vertwyfeld naar my door. omdat het kampeerders betreft, bestond myn antwoord hieruit: dat ze zich best zo dicht mogelyk by de ourthe zouden moeten zien te nestelen.
    dit uitgesproken hebbende, geraakten-ik drastisch beneveld door, uit myn kindertyd, een herinnering, die zou kunnen gelden als een definitie van verrukking; de gigantische tent van ons thuis in dat felgroene, bochtende dal van vermoedelyk la roche, in die tent smorgens eerst uitgebreid gespeeld hebbende met een spel dat heette "kalkitos", en daarna met katchouën botten door het hoge, natte gras - naar, iets verderop, de klotsende, botsende ourthe-rivier; onze eierdopjes de vorm hebbende van rode, plastieken bootjes die tegelyk wel én niet bleven dryven...
    de kennismaking met kikkerdril, ook dat...
     ook magisch anekdotisch, dit volgende: we hadden een voetbal van een dunne soort van  lichtgevend blauw plastiek; dat speelgoed werd, uiteraard, algauw en ook helemaal onherroepelyk door de golfslagen aan onze ogen onttrokken; een halve dag later bevinden wy ons een paar kilometers verderop in een middeleeuws stadje; we passeren een stenen brug, leunen daar over de reling - en wat zien we? die éne zelfde bal, van onder ons voorby komende dryven...


Geen opmerkingen: