woensdag 21 oktober 2020

gast-auteur


                        HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken



                            aflevering 44





Miami, 28 augustus 1930:


Een vrouw uit Miami, in het bezit van de eerste druk van het logboek en trouwe abonnee van het filmmagazine, reageerde op John A. Mitchells woorden met een boze lezersbrief. Zij vond dat die laatste uitspraken omtrent Oscar iets denigrerends in zich hadden, iets dat typisch heette voor de huidige tot materialisme verworden Amerikaanse manier van denken. ‘Wij zijn een volk van pioniers, van cowboys met lakse sheriffs aan het hoofd, niet van nauwkeurige apothekers, kleine kruideniers, afwegende boekhouders.’


Een andere trouwe abonnee, ook een lezeres en één van Oscars grote fans, liet bij de volgende editie van het filmmagazine op haar beurt haar afkeur voor Mitchells uitspraken blijken door te eindigen met het ludieke: ‘Kleut plus Mitchell is Kleut.

                  Kleut plus Fawcett is Kleut.

                  Kleut plus Kleut is… SUPERMAN!

Komaan jongen! Ik woon in Boston! Pak een stevige liaan, zwier je van de hoogste wolkenkrabber naar de mijne en vrij me op. Please!’

   Werd Van Kleut na de beschrijving van dergelijk idealiserend  machtsvertoon een inspiratiebron voor de bedenkers Jerry Siegel en Joe Shuster voor hun aldus eerder genoemde stripheld in de Action Comics, acht jaar later?


Nu eventjes min of meer buiten de marge van Van Kleuts verhaal: het hiernavolgende blijkbaar veel te kort afgesneden knipsel uit The Dallas Gossip.

   In dit bekende roddelblad van toen, reageerde vanuit haar verblijfplaats in een tehuis voor gefortuneerde ouderlingen een dametje op de vrouw uit Miami. Blijkbaar was dat anonieme schepsel nog meer van de oude, behoudsgezinde stempel. Zo ging deze enthousiast en in overtreffende trap over haar landgenoten verder. Texaanse cowboys noemde zij ridders te paard. In hun vrije tijd deden die rodeojongens niets liever dan haar met een lasso vangen.


‘Die tradities schijnen vandaag allemaal in ’t honderd te lopen. Met die witte puntmuts over ons hoofd waren wij destijds evengoed een volk van heldhaftige luipaardmannen, ook al was het wat kleur betreft dan in omgekeerde zin. Waar is tegenwoordig het schuldig verzuim van de sheriff, achter wiens brede rug wij in de nabijheid van de hoogste boom belangloos komaf konden maken met ouwe katoenplukkers, gele Chinezen, blanke Ieren? En ik weet wel: vroeger hadden wij evengoed een levensverzekering, maar dit papiertje diende enkel om die maatschappij op te lichten. Ik herinner me nog dat mijn vierde man, - of was het mijn vijfde? - om mijn oude dag veilig te stellen, er zo eentje ondertekend had. Toen ik ’t na een half jaar niet meer met ‘m zag zitten, had die snul, bij gebrek aan vrijwilligers om hem in een verlaten steeg dood te meppen en het zo op ‘n overval te doen lijken, het dan maar zelf geda... - - 


WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: