maandag 18 april 2022

GAST-AUTEUR


DE TRAP

door gastauteur Robertus Baeken, vanuit de timmer-kamer...

5.

Wij hadden net de traploper losgemaakt en opgerold toen de vrouw ons vanaf de overloop toeriep even­tjes te komen. Ik zette de radio uit en volgde Karl naar boven, waar ze bij de deur stond te wachten. Mijn maat nam zijn pet af, alsof hij in audiëntie ontvan­gen werd.

   Wij betraden een ruim, slecht verlicht vertrek, - naar mijn eerste indruk, de woonkamer, - volgestouwd met naar mijn smaak eerder muffe, nutteloze kunstvoorwerpen. In het midden stond een enorme tafel waarop brandende kaarsen een zwak schijnsel over het glimmende hout wierpen. Mijn aandacht ging naar de over­kant. Het bleek im­mers dat de oude man wiens luide kraakstem ik reeds ach­ter de deur had gehoord, daar bezig was te telefone­ren. Hij zat in een leren fauteuil met de gouden gids nog op zijn knieën. Zonder het gesprek te onder­breken, keek hij ons over de dikke rand van zijn bril aan. Mij trof de verstandige blik van een man die zijn medemensen al van bij de eerste oogopslag naar hun juiste waarde weet in te schatten. Dit verklaarde zeker waarom hij, na Karl vluchtig te hebben opgeno­men, zijn ogen de hele tijd op mij liet rusten. Naar ik uit het gesprek kon opmaken, belde hij met een banket­bakker bij wie hij roomsoezen bestelde. En het bleef niet eender wat voor roomsoezen. Hij trachtte uit te leggen dat ze overvloedig met chocoladehagel moesten bestrooid zijn: precies zoals ze vorige week bij hem ook thuisbezorgd waren. 'Vier graag!' besloot hij. 'O, maar wacht even!' De oude heer wendde zich tot mij. Hij vroeg of wij ook roomsoezen lustten. Ik knikte. De vraag was immers zo gesteld dat mijn ‘ja’ niet de in­druk zou wekken op zijn gulheid te speculeren. 'Weet je, maak er zes van!' zei de oude heer nu weer tegen de banketbakker, zonder dat hij het nodig had geacht die veelvraat van een Karl naar zijn smaak uit te horen. 'Tegen elf uur graag!’

    De heer hing op en gooide het onmiddellijk over een andere boeg. 'Volgens Marie-Claire sta ik voor hoge kosten?' zei hij, me alweer over de rand van zijn bril aankijkend.

   Wij waren inmiddels tot twee passen gena­derd. Hoewel hij het over hoge kosten had, wekte hij niet de indruk dat zijn financiën hem, naar een ons vertrouwd geworden reactie, zorgen baarden. Het scheen eerder dat hij, afgaand op de uitdrukking van mijn gezicht, een ruwe schatting maakte van het be­stek en dik tevreden was. Daarom wilde ik hem aan zijn verstand brengen dat hij niet te optimistisch moest zijn. Voor die trap zouden we minstens een week nodig hebben.

   'Luister mijnheer,' begon Karl, die zich als zoon van de baas blijkbaar beter geplaatst voelde om hem over de ver­moedelijke kosten in te lichten. Hij deed nog een stap naar voren en bleef, met één been losjes vooruit, in de bekende rusthouding staan. Wie hem niet kende, zou aanvankelijk de indruk krijgen dat hij als een vlotte kerel begon te praten. Maar algauw viel me op hoe hij in de beschrijving van het werk dat moest gebeuren, zich in allerlei niet ter zake doende tech­nische details verloor, terwijl de hoofdzaak - het vernieuwen en opnieuw bevestigen van de vrije boom in de muur - onbesproken bleef. Ook ontkwam hij niet aan zijn gestotter. Maar dit keer was hij zo gewiekst zijn tabak voor de dag te halen om eigenhandig een sigaret in elkaar te draaien; een bezigheid waardoor de indruk werd gewekt dat hij er zijn hoofd eventjes niet langer bij kon houden, wat voor gevolg had dat hij sommige moeilijkere woorden, na korte tus­sen­pau­zes gerust een tweede of derde keer mocht her­halen.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: