ik herinnerde my een onnozelheid die ik ooit eens had uitgesproken, met name tegen een goeie vriendin van me, terwyl we door een winkelstraat flaneerden. geen grove belediging, niets vulgairs, maar toch wel iets tamelyk achterlyks. en nu ik daar, na twintig lange jaren, opeens aan terugdacht, bekroop my een zeker gevoelen van schaamte - niet minder omwille van haar tactvolle, maar subtiel gekwetste repliek: "dat weet ik, vital; dat héb je my al wel eens gezegd." - - - daarnà pas, lezers, drong het volgende tot my door: dat die mooie jonge vriendin van my, intussen niet meer in leven is, wegens gestorven nu alweêr een goed halfjaar geleden.
maar het rare is, dat die lichte schaamte wél nog bestaat.
een gevoelen van schaamte kan dus blyven bestaan: ook als de persoon tegenover wie, en voor wie, die schaamte ooit tot stand kwam, zelf niet meer leeft.
met woede is het ook zo, maar dan met bovendien een transformerende werking. een krantenjournalist die altyd overdreven negatieve dingen over me schreef (tenminste schrééf hy dan wel over my...), ligt inmiddels al een jaar of vyf of zes onder de zoden. ik word nog altyd kwaad als ik aan hem terugdenk, een gedaan onrecht neemt geen keer; maar die kwaadheid wordt, merk ik telkens, tot "schadenfreude"; - hoé slecht vond die sukkel my?? ah - we zouden hem moeten opgraven, om hem zyn mening nog eens te vragen...
hoe disproportioneel, haha...
maar dat is wat my te doen staan tegenover byna àl die zogenaamde "journalisten": maken dat ik ze één na één overleef...
dit alles is, ter besluit, niet stout van my. net als die schaamte-tot-over-het-graf, schynt ook dat rivaliseren-tot-voorby-de-tombe juist iets nobels te hebben; een zichzelf aangeboden hebbende manier om die byzondere mensen toch, hoe dan ook, te blyven koesteren, vanzelf.


























1 opmerking:
weird super hero: Vitalski
superkracht: overleeft al zijn vijanden.
haha!
Een reactie posten