zondag 27 november 2022

GAST-AUTEUR


robertus baeken, die de vader is van don vitalski, schreef het boek "leonard en ik", over zyn nonkel leonard, de fameuze beeldhouwer. over 82 afleveringen verspreid, worden die mémoires hier integraal gepubliceerd.

prent: Geabstraheerd zelfportret in pokhout

LEONARD EN IK

door Robertus Baeken

72.
Op 24 november 1973 zaterdagvoormiddag, - zo staat het precies genoteerd in de dagboekbladen, die ik destijds aan mijn bezoek aan Leonard had gewijd, - kwam hij met schokkend nieuws. Na dertien jaar lang vijftien uren per week onderricht te hebben gegeven op de afdeling beeldhouwen en boetseren aan de Academie voor Schone Kunsten, - een baan met vaste benoeming, - had hij plotseling zijn ontslag genomen. Hij was toen zevenenveertig.

   Aangezien ik nu toch over deze dagboekbladzijden beschik, geef ik er de voorkeur aan hem hierover zelf aan het woord te laten: ‘Ik had ongelijk te beweren dat Vincent Van Gogh beter voor het leven van een gewone burger had gekozen, dan, zoals hij gedaan heeft, het op te branden voor zijn kunst. Hoe kort ook, zijn zevenendertig volle jaren hebben meer betekenis dan een leven van honderd jaar in een sleur! Voor het leven kiezen, wil immers zeggen dat je tevens kiest voor het gevaar, voor het risico dat eraan verbonden is. Vandaar heb ik mijn besluit genomen. Dit zonder erover na te denken. Anders zou ik het nooit hebben aangedurfd. Gisteren is de schepen van onderwijs hier geweest en daarna druppelsgewijze het hele lerarencorps om me te overhalen op mijn beslissing terug te komen. De enige argumenten die zij naar voren konden schuiven, waren de hieraan verbonden financiële aspecten. Zo zou ik, om mijn pensioen veilig te stellen, nog één leerjaar in het onderwijs moeten doorgaan. Daarom kunnen zij mijn stap niet begrijpen. Zij denken dat ik gek geworden ben, of dat er iets niet in orde is met mijn hersenen, nu ik dertig kilo afgevallen ben en niet meer drink of rook. Daarin zit misschien enige grond van waarheid. Maar volgens mij ben ik juist naar mijn normale toestand van gevoeligheid teruggekeerd. Ik zei tot mezelf: ‘Nard, jongen, zie wat er van je zal geworden als je zo blijft doorgaan! Kijk naar je voorganger, naar je collega's. Je hebt altijd deernis gehad met een middelmatig leven, en nu ben je 'r zelf aardig naar op weg! Op een keer zat ik in de klas te slapen. Er kwam een collega. Zijn hand tikte op mijn schouder en hij sprak me toe, alsof hij me had betrapt. ‘Je slaapt!’ Ik stoof op, schreeuwde dreigend: ‘Moet jij soms een pak slaag?’ Het stadsbestuur is van mening dat ik ter wille van dit conflict mijn ontslag gegeven heb. Maar nee, het was enkel de aanleiding. Het heeft me de ogen geopend. Ik zag dat bange wezentje voor me en zo ineens herkende ik mijn eigen gezicht, mijn eigen angsten en agressie als in een spiegel. Trouwens, mijn werk begon zwaar onder dit zekere baantje te lijden. Herman Diels heeft me de ontslagbrief gedicteerd. Hij heeft destijds hetzelfde gedaan en hij gaf me groot gelijk!’


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: