fyne wandeling van de sint-paulusstraat naar de aûgust sniedersstraat rond zeven uur savonds. juist goéd dat ik m'n earplugs niet by me had, om alle geluiden te kunnen opvangen uit alle garagepoorten, dampende voordeuren, zinderende telephoon-winkels. arabië, mekka. de eigenaardige vlaamse postzegel van het seeftheater daar middenin, in de diepestraat.
nog toffer was, by nader inzien, rond vier uur smiddags, zy aan zy met filip goldface, de wandeling naar de wolstraat terug; nog één keer gaan checken of daar nog spullen van ons waren achtergebleven. overal bekende gezichten, naarstige tegenwandelaars...
komende van het wintercircus, waar we nu al dagenlang de decors aan het ineenknutselen zyn, was het raar om in de kelder van de wolstraat terug te komen; hoewel dat niet raar kàn zyn, de vorige keer dat we daar speelden, is nog maar zes dagen geleden. maar goldface zei: "hier is het allemaal begonnen," als iets dat nu alweêr totààl achter ons ligt.
komende van het wintercircus, waar we nu al dagenlang de decors aan het ineenknutselen zyn, was het raar om in de kelder van de wolstraat terug te komen; hoewel dat niet raar kàn zyn, de vorige keer dat we daar speelden, is nog maar zes dagen geleden. maar goldface zei: "hier is het allemaal begonnen," als iets dat nu alweêr totààl achter ons ligt.
op de terugweg zag ik een mooi meisje passeren, asblond en wollig gekleed in de winterse lucht; toevallig keken we elkaâr heel eventjes rechtstreeks aan. één halve minuut later draaiden-ik my nog eens om, om opnieuw te kyken, wat natuurlyk onkies is, doch wat per definitie gebeurt zonder dat je daar op voorhand heel diep over gaat lopen nadenken; hoe zoet, lezers, de streling myner ydelheid, merkende dat dit mooie meisje ook zelf, op eigen beurt, nog eens naar my omkeek...
tot daar en niet verder, jullie noemen my potsierlyk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten