donderdag 9 november 2023

GAST-AUTEUR

53. DE MUUR


Mevrouw Swaens kwam achter de deur vandaan. Haar beide handen grepen schrikachtig naar de kin; haar mond tot een wijde ovaal geopend: een schim, klaar om de hele buurt bijeen te gillen.

   Snel stapte Joseph over de drempel heen; trok de deur dicht. ‘Ik kom je zoon gedagzeggen!’

   ‘Gister waren hier twee heren. Jij hebt een vrouw de keel afgesneden!’

   ‘Malky en Detiège. Wat kwamen zij uitspoken?’

   ‘Zij vroegen of mijn man weer terecht is.’

   ‘Laat horen!’

   ‘Nog steeds niet!’ Zijn komst had het vrouwtje ferm doen schrikken. Maar bang leek ze niet.

   ’Waar is je zoon?’

   ‘Johan is niet thuis. Hij heeft trouwens niks met jouw affaires te maken!’ Door zich op de afwezigheid van haar zoon te beroepen, gaf zij de indruk zich achter een muur van zwijgen te kunnen verschansen.

   Een ferme misrekening, temeer doordat Joseph daarmee de kans zag om het nadeel, dat ze maar met hun beidjes waren, tot een voordeel om te buigen. ‘Jouw man is, of was, taxichauffeur. Vertel me over jullie huwelijk.’

   Vanachter haar muur bleef ze hem bekogelen. ‘Bemoei je met je eigen zaken!’

   ‘Was hij je vaak on­trouw?’

   ‘Wil je opstappen!’

   ‘Ja, hij liep naar de hoeren! Als taxichauffeur kwam hij in alle buurten en ging hij met iedereen om. Ook 's nachts. Vooral 's nachts! Hij was van alle mark­ten thuis!’

   Voor het eerst zag hij haar muur trillen. In plaats van er verder te­genaan te beu­ken, probeerde hij kalmpjes een paar stenen uit het fundament los te wrikken. ‘Je hoeft hem niet te sparen. Want zo zeggen de feiten. Waar of niet?’

   Zijn strategie wierp vruchten af. Haar onder­lip beefde, of ze in tranen ging uitbarsten. Met de blik op on­eindig, riep ze: ‘Ja, het is allemaal waar! Voor mij hoeft hij trouwens nooit meer terug te komen.’


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: