VERZUCHTINGEN
door Robert Baeken
70.
EDUARD JUNGHEINRICH
Om haar van de Boze te bevrijden, had de begripvolle vaderfiguur zich nog dezelfde avond in diens smerig hol gewaagd. Aanvankelijk leek zijn vastberadenheid nergens toe te dienen. Eén van de barmeisjes, een kleurlinge, die van hem meedronk en elk glas cider aanrekende voor champagne, bevestigde dat Vanessa naar een bruiloft was. Toen hij verklaarde uitsluitend voor haar te zijn gekomen, ontstond een misverstand. Van mening dat hij uit was op betaald seksueel contact, schudde zij het hoofd. ‘Haar zal je nooit krijgen!’
Deze uitspraak verbaasde hem. ‘Hoezo? Ik gooi er een flinke smak geld tegenaan. Voor geld danst de beer!’
Het kind bleef bij haar standpunt. ‘Iedereen, behalve Vanessa! Daarover is hier trouwens al genoeg trammelant geweest.’
‘Wat jammer!’ Hij trok een gezicht of de mededeling hem ontgoochelde, maar vanbinnen jubelde een stem: ‘Ik heb me niet in haar vergist! Vanessa is heus geen lichtekooi!’ Hiermee herhaalde hij voor zichzelf dat in haar diepere gronden waren dan liet vermoeden. Wat hem juist raakte, daarop kon hij niet de vinger leggen; wel ervaarde hij dat ze hem verhief tot een stoutheid waartoe hij zich nooit in staat had geacht.
Daarentegen was het hoertje snoeihard voor haar. ‘Zij is een hoogmoedige trien, een viesneus. Ik begrijp niet wat mannen in haar zien!’
Jungheinrich nam haar verklaring voor wat zij betekende: de uitlating van een afgunstige hoer om zijn aandacht te vestigen op kwaliteiten die zij wél bezat.
Terwijl hij zijn laatste slok nam, werd de deur opengegooid. Met een kwaad gezicht stormde baas bullebak naar binnen. Zonder omkijken verdween hij achter de bar.
De hoer nam een kijkje. ‘Wat vreemd! Eriks Porsche staat voor de deur.’
‘Wie is Erik?’
‘Mijn vroegere werkgever. Een maat van Thys.’
‘Denk je dat Vanessa met haar eigen wagen komt?’
‘Zeker. Tenzij ze terug is bij haar vent; al geloof ik niet dat ze daar nog welkom is.’
Onafgebroken richtte hij zijn blik naar de deur. Overal elders openden zich zwarte afgronden. In plaats van een sprankeltje sensatie te beleven, - daar diende dit opzichtige, van seksuele oren en poten voorziene wicht voor: om hem daarbij een handje toe te steken, - stuitte hij op leegheid. Alleen Vanessa kon hem bevrijden van deze doorzichtige maskerade, waarin hem tegen heug en meug de hoofdrol was toebedeeld. Voor een gepaste begroeting zou vast geen gelegenheid zijn. Met de bedoeling elders op haar wachten, vroeg hij de rekening.
Door zijn wagen vlakbij tussen twee bomen langs de verlaten rijweg te stationeren, wilde Eduard iets doen waardoor hij - rijke nul - weer in Vanessa’s achting zou stijgen.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten