zondag 4 februari 2018

recensie voor azertyfactor

betreffende een kortverhaal, dat eind deze maand in het magazine van azertyfactor zal worden afgedrukt, maar dat hier reeds te lezen valt;


OVER “SLECHTS DE INTENTIE TELT...”,
een kortverhaal door Esther Wilderjans

Deze korte, krachtige, zeer aandachtig uitgebalanceerde tekst, geschreven door Esther Wilderjans, heeft alles van een klassiek kortverhaal. De setting is Zuid-Europees, en de auteur doet deze geografie alle eer aan, maar met "klassiek" bedoel ik hier nu, dat de harde, droge, op zintuigen gebaseerde compositie doet denken aan de wortels van het kortverhaal in het Amerika van de jaren veertig en vijftig, toen debutanten als Capote, Cheever of Flannery O'Connor met een vertelling van een paar bladzijden, mits gepubliceerde in het juiste, populaire magazine, op slag wereldberoemd konden worden. Ook dit verhaal verdient zo'n bekroning. Het is in iedere zin volmaakt, spannend, ernstig en vermakelijk.

Net als die Amerikanen, bezigt Esther op overtuigende wijze het vertellersstandpunt geheten "camera"; de kloof tussen filmscenario en leesverhaal schijnt ei zo na gedicht, gestaag volgt ons nieuwsgierige oog een geruisloos rijdende en daarna parkerende wagen, in een landschap dat tot de verbeelding spreekt doordat het zo overtuigend wordt opgeroepen; ieder van ons kent wel het "dorre binnenland" van Spanje, de grindwegen, de steile hellingen, de spookgebouwen daarin - en dan de "blauwe glinstering van het zeeoppervlak", dat hierna zo'n opluchting biedt. Maar gelukkig blijft Wilderjans ook niet té strak aan dit mechanisch waarnemende standpunt trouw; er wordt een opmerking gemaakt over het gedrag van "menig toerist", dus er is toch duidelijk een subjectief, veelwetend verteller aan het woord - en dat geldt nog meer voor de wat ironische, want wellicht opzettelijk zo erg barok opgezette vergelijking, die wat later volgt, betreffende een kustweg die zich tegen een berg op slingert "als een slang rond de troon van de witmarmeren vorstin Mariposa"; een ambitieuze stilistische ingreep, die juist bijdraagt aan de grootsheid van dit landschap.

Als een voyeur blijft de lezer de reiziger in de gaten houden; het eerste, en feitelijk enige rustpunt waar die onderneming op stuit, is, terecht pas laat in de vertelling, de "meterslange muurschildering van Emily". Onderweg zijn we al wel eerder een spitsvondige bezienswaardigheid gepasseerd: het "Hotel Ilegal", waarvan de letter I zolang werd uitgestreken, dat dit nu leest als "Hotel Legal"; geinig en intelligent, maar ook dramatisch, want polemisch; maar hierna pas doet de mooiste vondst zich voor, namelijk wanneer ons wordt medegedeeld dat deze muurschildering, focus van het hele verhaal, een zelfportret is. Opeens is het gedaan met ons objectieve waarnemen van levenloze curiositeiten; het waargenomene wordt hier nu onverwacht geïnterioriseerd, en plotsklaps zitten we in de ziel van het hoofdpersonage.


Dat we zo laat in het verhaal, op de valreep pas, nog worden voorgesteld aan een zekere Fernandez, welke knakker nadien niet meer kan worden uitgewerkt, simpelweg doordat het verhaal eindigt, ook dat is juist een pluspunt. Was het niet 's lands grootmeester van het kortverhaal JMH Berckmans die wel eens het volgende sprak:"Om een goed kortverhaal te schrijven, moet je jezelf wijsmaken dat je een grote roman gaat schrijven - maar er dan plotseling de brui aan geven."

1 opmerking:

Esther Wilderjans zei

Dank U voor de lovende recensie. Een grote eer valt mij te beurt ! Ik beschouw dit als een stimulans om niet de brui te geven aan het schrijven van die Grote Roman. Voor meer leesavontuur kan men terecht in de facebookgroep 'Quodlibet' of op mijn blog, waar ik regelmatig fragmenten post.
Uw letterfabrikant
Esther Wilderjans