donderdag 17 mei 2018

uit het schriftje

1. een sonnet waarvan de laatste regel luidt:"de mannen gingen op jacht". maar daartegenover: heden geen zin om rond het suffix "-acht" naar rymen op zoek te gaan. (na dat gedicht "aardvark at graag kwark" is even dat genoeg geweest.)

2. niet-lekker ruiken kan een kwaliteit zyn, namelyk binnen zeer liefdevolle relaties. een vriendin met wie ik ooit was, en die me graag had, antwoordde:"ja, je stinkt wel een beetje - maar dat is juist goed, dan voel ik dat ik hier thuiskom."

3. hoe meer zuiders je gaat, hoe meer sluikstort en straatafval. het kraaknette zweden tegenover de shockerende vuilnisbelten overal op straat in het binnenland van kreta.

4. de uitdrukking "ik heb dat allemaal achter my gelaten." dus niet "overwonnen" of "begraven", maar eenvoudiger "achter my gelaten"...

5. "daar is over nagedacht - maar ni heel hard."

6. in een toneelstuk uitbeelden: de houdingen die mensen aannemen wanneer ze gaan baden in koud water. hun armen breed in de lucht, met hun ellebogen toernerend. alsof dat wat zou oplossen.

7. iemand zegt dat ik eens moet kyken naar de "leningrad cowboys".

8. hier kan ik m'n eigen handschift niet lezen. "gescheurde zetelbekleding" en dan "dgdgdfdhh" en dan "brussel".

9. de onverbiddelyke wet van de ochtend-erectie is er het bewys van dat mensen niet zyn gemaakt om rond zeven uur smorgens op de trein naar het werk te zitten ryden. ons lichaam maakt ons duidelyk dat wy op dat moment in bed moeten liggen, en nergens anders. 

10. nu valt myn frank; die gescheurde zetel-bekleding is een beschryving van café de kat, doende denken aan treinwagons in het brusselse.

Geen opmerkingen: