donderdag 24 februari 2022

uit de oude doos





in de refter van myn lagere school, het koninklyk atheneum in de boomgaardstraat in turnhout, kwamen smiddags niet alleen de leerlingen van onze eigen school tezamen, maar werden ook de leerlingen aangevoerd van een àndere, naburige school - een school die werd aangeduid met de naam van de straat waar ze was gevestigd; "de smiskens"; want: die school bevond zich in de zogeheten smiskensstraat. niet dat ik er enig benul van had, waar of hoe die straat dan wel was.
    helemaal vooraan in die gigantische, bomvolle, best streng gedisciplineerde refter liep er dan soms, op ongeregelde ogenblikken, een man heen en weêr, die vermoédelyk, maar niet eens zeker, met deze smiskens te maken had; op een abstracte manier was hy daar volgens my de directeur van, zo leek het toch; maar vast was hy tegelykertyd ook de directeur van nog heel veel meer...
    hy droeg een onberispelyk, mosterd-kleurig maatpak en had een grote, strenge, witte haardos, enigszins verwilderd; hy had enorm dikke wenkbrauwen, en onder zyn ogen zeer donkere wallen. hy lachte nooit. wel zag je hem soms praten, ondermeer met een magere, roodharige secretaresse van de smiskens, die van onze klasgenoot gamal, de enige marokkaan op onze school, voor eens en altyd de bynaam "de rosse kut" had gekregen.
    tegen de muur waar die gewichtige directeur met zyn witte haren aan voorby ging, hing links een ovalen portret van koningin fabiola en rechts van koning boudewyn. ja - het gaat over dié tyd, lezers; toen alles nog écht was.
    die griezelige, witharige, abstracte directeur daar in die verte, was voor my het toonbeeld van hiërarchie. hy maakte voor my tastbaar: het principe van hiërarchie. aan hem is het ook te danken dat ik vandaag durf te pretenderen, my er een idee van te kunnen vormen hoe het leven in de concentratiekampen eraan toe moet zyn gegaan.
    het rare is dat ik vandaag, als vyftigjarige, op zuiver rationele basis wel kan begrypen hoe futiel en belachelyk die vent zyn "macht" in wààrheid moet zyn geweest, een sukkel uit pakweg oud-turnhout met een maagzweer, een echtscheiding en een kapotte berlingo; maar gevoelsmatig kan ik nog altyd niet tegen hem op; met een wellicht masochistisch-nostalgische zweem naar myn eigen, totale reddeloosheid van toen, kniel ik vandaag nog steeds in het stof voor hem neêr.

addendum: het gekende gedicht van jan arends; zie hieronder;


Geen opmerkingen: