43.
De getraliede poort stond nog op een kier. Daarachter bevond zich een boomrijke binnenplaats met wooncomplex. Naast de bel voor de derde verdieping prijkte in hoofdletters, F en L, - de initiaal van Lima. Op goed geluk af drukte Joseph de knop in.
De deur opende automatisch. Toen hij op de overloop voor de tweede keer aanbelde, zag hij in een glimp Justines geschrokken gezicht op het moment dat zij hem herkende. Haar poging de deur voor zijn neus dicht te slaan, mislukte. Zijn gekwetste voet zat in de kier en hij gaf een schreeuw. ‘Rotwijf!’ In één klap gooide hij de deur open, waardoor zij het evenwicht verloor. Snel had hij zijn vingers in een ijzeren greep omheen haar pols. Hoe zij ook kermde, hij had er geen boodschap aan. ‘Is hierboven nog iemand? Pas op als je liegt! Jij wilde mij onder de trein!’
‘Dat was Jacques! Graag had ik met je gevrijd, - weet je toch?’
‘Om me tijdens het liefdesslaapje de ballen af te snijden! Ik ken jouw soort!’ De loop van zijn wapen duwde haar voor hem uit.
‘Doe dat stomme ding weg! Hier is niemand!’
Met haar als dekschild doorliep hij alle kamers van de flat. In de badkamer liet hij haar gaan. ‘Mooi hier blijven!’ Hij bekeek zijn gezicht in een spiegel. Ter hoogte van zijn gezwollen kaak vertoonde de huid een barst, gevuld met geronnen bloed. Hij begon zich voorzichtig te wassen.
‘Zal ik een schoon hemd halen?’ vroeg Justine, nadat zij de wonde met een pleister had afgedekt. Hij volgde haar naar de slaapkamer. In de kleerkast lag een stapeltje keurig gestreken overhemden. ‘Lila zou je mooi staan!’
Joseph bekeek het lila-resultaat in een spiegel en gaf toe dat ze gelijk had.
‘Laat het bovenste knoopje los. Dat is nonchalanter. Daar ben jij het type voor. En wat ga je nu doen?’
‘Gewoon wachten!’ Hij greep zijn wapen dat hij als een lokaas op de salontafel had achtergelaten. Zij had hem het tuig makkelijk afhandig kunnen maken. Gelukkig had zij dat niet gedaan. Uit zijn binnenzak greep hij een doosje patronen waarvan hij vier stuks in het magazijn schoof.
‘Haal geen stommiteiten uit, Joseph!’
Nu zou hij de flat moeten doorzoeken, maar zijn voet speelde hem zo vreselijk parten dat hij het uitstelde.
‘Mag ik doorgaan met mijn bezigheden? In de keuken staat een boel afwas.’
‘Eerst dit: wie was dat meisje? Waarheen brengen ze haar?’
‘Joan. Weet je nog? Je hebt al met haar kennisgemaakt. Joan Murdoch uit Hull.’
'Dus kwam zij ook naar Parijs voor een abortus? Zeker een winstgevend zaakje?’
‘In een laat stadium is het natuurlijk vreselijk - en illegaal. Maar iemand moet het doen. Die meisjes willen het zelf.’
‘O ja? Ik had veeleer de indruk dat zij tegenstribbelde. Waarom kwam Marijke naar Parijs? Er zijn zoveel adressen waar je voor zoiets terecht kan. In Nederland, bijvoorbeeld.’
‘Te dicht bij huis! In zulk milieu worden al eens lastige vragen gesteld. En als de betrokkenen aanzien genieten en vermogend zijn, bestaat de kans te worden gechanteerd.’ Zij grabbelde in haar handtasje op de dressoir en reikte hem een brief aan.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten