‘Justine hielp hem overeind. Alsof het een deur was, draaide zij het schilderij Manao Tupapao en duwde hem uit alle macht op de wandelgang van een denderende trein voor een ontmoeting met de Armeense aartsvader. Aan zijn hand liep een meisje met wit gezicht. Een engel zonder vleugels. Zij gooide haar handen in de lucht. Snippers van een verscheurde tekening dwarrelden over de beslijkte vloer. Zij bedankte ergens voor. ‘Sprokkel het raadsel bijeen. Probeer vooral niet eruit wijs te raken.’
‘Een ijl hoofd
vindt geluk
in sprookjes.
Wijdbeens springt de zee
over de hoofden,
schuimvlokken in de wind.
Arm of rijk:
verkopen zij hun veters
op het plein of elders.
Eender wat, de tijd maalt
en kent geen genade.
Genade wortelt nu.’
Om zich van deze onsamenhangende woorden te bevrijden, was tijd nodig. Misschien kon Annemie hem helpen. Hij draaide haar nummer en verontschuldigde zich voor het late uur. ‘Hoor eens, kwam de opdracht om me naar Parijs te sturen van baron zelf?’
‘O nee, het was de huismeester, in naam van de barones. Ik herinner me die autoritaire bullebak nog goed. Zeg eens, hoe gaat het ginds?’
‘Rot! De hele dag ziek geweest. Maar nu voel ik me beter. Tot ziens!’
Joseph hees zich omhoog en hinkte naar de badkamer. Hij begreep niet waarom hij Annemie had opgebeld. Nog minder begreep hij zijn vraag. Als gewoonlijk vertrouwde hij op zijn intuïtie. Voorzichtig liet hij zich in het hete water glijden: een stuk wrakhout, zwevend tussen de bodem en het dampende watervlak. Uitgerekend op het moment dat hij op een vreemd strand aanspoelde en meende zich daar van alles en iedereen te hebben bevrijd, rinkelde de telefoon; een ruwe schok, die hem tot het besef bracht dat hij de wereld wel kon loslaten, maar dat de wereld hem niet losliet. In gedachten zag hij Isabelle zittend op het puntje van haar stoel, klaar met haar uitleg waarom zij hem niet eerder kon bereiken. -‘Sinds Harold dat meisje kent, denkt hij nergens meer aan. Ik hoop dat hij zijn studies niet verwaarloosd.’
Niet bij machte om tijdig op te nemen, strompelde hij het bad uit om zich af te drogen en naar de balie te bellen.
‘Het was een dame uit België!’
‘Ha, meer hoef ik niet te weten! Merci!’
(WORDT VERVOLGD)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten