moll flanders
eerst beleefden we tezamen
de schoonste morgen van ons leven.
we keken tezamen naar blondie
en vergaten de tyd,
en toen zette ik jou in je buggie
en in je bruine jas
liepen we onder een herfstzon,
gedag zeggend tegen pinguins en fazanten
tot by die lieve kinderen,
de jou een fopspeen aanreikende
drie moeders in een kring.
maar daarna zette ik jou achter dat hekje.
op die platte, groene mat.
en toen bloedde opeens zelfs
maria magdalena, mollie,
omdat jy veel slimmer bent
dan sommigen wel zouden willen;
met overschotten slim genoeg om nu al
het kwaad van de wereld in te zien.
alleen weêr in de violetstraat
draaide ik,
landverrader,
myn rug tegen de houten deur,
die bittere namiddag in november.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten