DE BOEIENKONINGIN
in het diepst van onze herinneringen,
waar niemand in kan binnendringen,
in ingesneeuwde nederzettingen
van infecties en besmettingen,
weêrklinken nog steeds ieder uur
jouw vurige naalden,
jouw accupunctuur.
zing, gloeiende kettingen, zing;
ontgroei aan onze letsels als een boeienkoningin.
eêrgisteren stierf hier een ijsbeer.
die kreeg het gewoonweg te koud.
al gingen zyn klauwen tekeer
tegen het bladgoud.
en daags tevoren,
hoewel pasgeboren,
geraakte zyn nest ingevroren.
wat ook wy, mislukkelingen,
misdeden in onze verrukkingen,
geketend door teveel tegenspoed,
gesnoerd in onze tranenvloed,
in vensters,
in schroeiende gensters,
in ysbloemen zo grim;
ontstyg aan deze bloesems als een boeienkoningin.
nederige godin in onze nederlaag,
geplaagde minnares van lege pleinen.
genees ons met olie en teer,
smeer onze polsen weêr in.
bevryd ons van de winterzon,
in de goederenwagons achterin.
verrys uit deze kasseien als een boeienkoningin.
verrys uit deze kasseien als een boeienkoningin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten