wat voorafging: jerry bill gaat proberen te laten zien, dat hy zelfs kan fietsen in het midden van een woesteny van los zand.
DE BENDE VAN
JERRY BILL
feuilleton in 17 afleveringen
door don vitalski
16.
morgan-le-fay begon weêr te lachen. het slangenmens schudde zyn hoofd. jerry bill kwam op het idee om, terwyl z'n vrienden d'rby stonden, één van z'n twee lange, gezonde benen gezwind, alsof 'ie weêr zestien was, languit en lenig over de dwarse middenbuis te zwaaien van het afgryselyke fiets-vehikel; zodoende liet 'ie, zonder het te hebben gewild, met 'n enkele, noodlottig uitschuivende hand de fietsbel rinkelen -"rinnnnnng-rinnnnnng!!..."
morgan-le-fay begon weêr te lachen. het slangenmens schudde zyn hoofd. jerry bill kwam op het idee om, terwyl z'n vrienden d'rby stonden, één van z'n twee lange, gezonde benen gezwind, alsof 'ie weêr zestien was, languit en lenig over de dwarse middenbuis te zwaaien van het afgryselyke fiets-vehikel; zodoende liet 'ie, zonder het te hebben gewild, met 'n enkele, noodlottig uitschuivende hand de fietsbel rinkelen -"rinnnnnng-rinnnnnng!!..."
"door woestynzand fietsen," sprak het slangenmens. "da's in principe gewoon niet mogelyk. maar," sprak 'ie voort, "als er nu één persoon is op de wereld, die het toch wél zou kunnen, een klein béétje desnoods - dan ben jy dat wel, jerry bill."
"die man is myn vriend," dacht jerry bill. en als een bewegend geraamte, een soort slap gewrongen zombie, zoals 'ie zich in waarheid voelde, kwam onze cowboy-held, als een definitie van "geleidelyk aan", plat op zyn borst en zyn buik en zyn geslacht, integraal over de fiets te hangen - er toch in slagend, het vehikel overeind te houden; dwz: hy sloeg niet naar opzy - de cowboy bleef, met de fiets tussen zyn twee voeten, heldhaftig overeind staan.
de scherpe punt van de aller-ergste gif-pyl in z'n ruggenmerg, sneed dieper en dieper in zyn zenuwen.
"alleen," sprak het slangenmens voort, "de fietsketting, die ligt eraf. en je kan die er niet terug opleggen. er plakt zand in die schakels - de smeerolie is verdroogd, en dat zand hangt er als versteend in vast."
"en waarschynlyk," dacht jerry bill, "waarschynlyk staat één van die twee banden ook helemaal plat?" optenief voelden-'ie hoe een lach zich uit hem losweekte, geluidloos deze keer.
met de fiets erby liet 'ie zich naar opzy zinken. om, als het aan hemzelf lag, nooit meer overeind te zullen komen. hiér was zyn grafkuil - wie zou het ooit hebben vermoed?
"goed - ik zal," sprak het slangenmens wat vlugger, "hulp gaan halen. probeer jy hem, als je kan, wakker te houden?"
"is er nog water?"
"dat zal ik zeker meêbrengen. probeer hem wakker te houden, door met hem te praten - en dan zal je zien: voor het nacht wordt, ben ik terug. komt alles nog in orde."
algauw voelde jerry bill zich weêr in slaap sukkelen. zonder omwegen vooraf. ogenblikkelyk was 'ie weêr beginnen te dromen van het bordeel - tenminste: jerry bill begreep dat dit allemaal niet écht was, maar toch zag 'ie zich door de lange, snikhete, vuurrood behangen gang wandelen van slim jox city - de wandelgang die hem leidde naar de slaapkamers van morgan-le-fay. op duizend en zeventien manieren bedreven zy de liefde met mekaâr. de kamer rook naar vernis. soms vroeg 'ie: hoe komt het dat je niet dood bent? heb ik jou niet begraven zien worden? maar dan lachte zy maar alleen.
op den duur werd 'ie weêr enigszins wakker. de échte morgan-le-fay zat vlak naast hem. haar gezicht was prachtig. ze was aldoor bezig met tegen hem te spreken - pas nu kon 'ie zich daar met een béétje van z'n aandacht op richten.
"ken je de luizenaap," was morgan-le-fay bezig met hem te vragen. om, meteen daarop, over dat creatuur, die fameuze luizenaap zodus, een onoverzienbaar verhaal uit de grond te beginnen stampen.
"ik ken hem, jawel," dacht jerry bill intussen gepynigd. "door de schuld van die luizenaap," zo prevelden-'ie, in zyn gedachten, "door de schuld van die spastische luizenaap was het eêrtyds gekomen, dat een erg goeie vriend van ons, de zeemeerminnenzoon, zo vroegtydig aan z'n eind kwam - de man met het masker van goud!" hoe was dit verlopen? die kerel, die zeemeerminnenzoon, wat was er met hem gebeurd? die had zich verdronken: doordat er in zyn masker van goud, op een dag, een steekvliegje naar binnen was weten te kruipen. een vliegje dat door de luizenaap gestuurd was.
"wat is er met hem?" dacht jerry bill. "wat is er dan aan de hand, met die luizenaap?" het speet hem om de laatste paar gedachten van zyn leven aan zo'n nutteloos, bykomstig sujet te moeten opofferen.
SLOT VOLGENDE WEEK
Geen opmerkingen:
Een reactie posten