door onze correspondent robertus baeken, vanuit de korenvelden van salem...
Vijfenveertig
Later op de dag ondernamen wij een lange voettocht. Zo konden we meer in detail op de schoonheid van de Ardennen ingaan. Bloemen ruiken. Planten benoemen. Vlinders van dichtbij bewonderen. Blootvoets door een zijrivier van de Ourthe waden. Zittend op een door houtworm aangevreten boomstam picknicken langs de oever. Onze behoeften doen in openlucht achter het struikgewas en ook hier weer volop genieten van alle gebrek aan hygiëne en comfort, zoals we daar thuis wél mee gezegend waren.
Ik had een stafkaart bij de hand die ik bij elke kruising van ons pad raadpleegde, wat de koekjesmeisjes zichtbaar geruststelde dat we niet tot het donker in deze totaal verlaten wildernis zouden ronddwalen.
Mij was het echter om heel iets anders te doen. Zo arriveerden we na een uur of twee precies bij de eerste voorpost van de bewoonde wereld: de hoge muren rond een Frans landhuis in empirestijl, typisch voor de negentiende eeuw. De pas afgestudeerde architect wist waarover hij het had. Onnodig om zijn naslagwerk over architectuurgeschiedenis erbij te sleuren.
Twee schilders waren volop bezig een zwarte verflaag over de grote plaatstalen toegangspoort uit te smeren, waardoor die wijd openstond, en hij een ruim zicht kreeg op de architectuur van het gebouw, een eindje verder achter de lege oprijlaan. De twee wandelende bandkoekjes bleken overigens weinig in de geschiedenis van bouwstijlen geïnteresseerd. Onder de hete namiddagzon begon de chocolade en slagroom van hun make-up af hun gezichtjes te smelten, zodat het me geraden leek nu gauw het door machtige beuken beschaduwde pad evenwijdig met de hoge muren, op te gaan.
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten