zondag 7 maart 2021

gastauteur


HEKSENJACHT


door onze correspondent robertus baeken, vanuit de korenvelden van salem...



32.B.
Hortensia daarentegen was zichtbaar in haar nopjes. Haar hoogrood aangelopen gezicht verraadde dat ze dankzij de terugkeer van haar verloren zoon midden een heel ander verhaal zat. Een voor haar weliswaar druk maar tegelijk vrolijk en hoopvol verhaal. Overschatte zij daardoor haar fysieke krachten? Toen ze met die zware ketel in haar ene hand voor Roosje een tweede pollepel soep uitschepte, stootte ze Kamiels glas om. Pech dat het op de vloer viel. In duizend stukjes. Dit bracht wat oponthoud met zich mee. Want hier holden twee speelse zwartwitjes rond. Bijgevolg moesten de scherven zonder uitstel worden bijeengeveegd.

   Roosje kwam al met een veger aanlopen. Kamiel opende de onderste kastdeur, op zoek naar een vuilblik. Bij het overeind komen had hij er geen rekening mee gehouden dat de bovenste glazen deur met daarachter een Delfts blauw servies eveneens openstond, zodat hij er met zijn achterhoofd zwaar tegenaan stootte. De jank voorspelde weinig goeds. Over Kamiels gespreide vingers overheen de kwetsuur, liep een bloedspoor.

   Hortensia vloog recht. ‘Snel je hoofd onder de kraan! Een flinke straal koud water ontsmet! Stelpt het bloeden ook!’ Onder de druk van haar hand dwong zij hem naar de kraan boven het aanrecht. Nog tijdens de zorg gaf de moeder zich over aan haar niet te stelpen liefde. ‘Maar jongen toch, doet het pijn? Pijn? Doet het vreselijk pijn?’ Wel drie opeenvolgende keren.

   Voor mijn part was haar reactie driewerf overdreven. Flauw. Ja superflauw. Alleen een moeder is zulke flauwheid toegestaan, bedacht ik, lettend op Kamiels reactie die verder geen kik gaf.


WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: