3.
Ondertussen velde de rechter het vonnis. Bij het horen van de geldboete en voorwaardelijke gevangenisstraf, verpinkte de beschuldigde geen oog. Zich bewust van de onmogelijkheid om aan deze gerechtelijke knoeiboel te ontsnappen, volgde hij zijn verdediger met zekere gelatenheid naar de uitgang. Zijn ogen staarden over de hoofden heen zonder iets op te merken: een knipoog, glimlach of vriendelijk herkenningspunt, zoals zij er een had kunnen zijn, indien ze al eens met hem had kennisgemaakt.
Intussen had Paul zijn plaats op de beklaagdenbank ingenomen. De officier van justitie was kort. In vergelijking met dat van zijn voorganger was het vergrijp - een auto-ongeval waarbij haar echtgenoot verzuimd had voorrang van rechts te verlenen - gering. Zonder de alcoholtest waarbij Paul, omdat hij een ferme borrel ophad, positief werd bevonden, zou de zaak niet eens voorgekomen zijn.
Vanessa hoorde slechts de helft van wat gezegd werd. Nog even hield zij haar aandacht bij de zaak. Maar dan, alsof al die poespas haar te zeer vermoeide, viel ze ten prooi aan onverschilligheid. Zij zonk tegen de rugleuning van de bank en staarde naar Paul. Onwillekeurig vergeleek ze zijn geleidelijk aan kleiner wordend beeld met het getergde leeuwenhart dat hem was voorafgegaan. Hij stond bijna op instorten: niet hier in de zaal, maar een van volgende dagen. Vanessa zag het al gebeuren. Boosaardig zou zij de sukkel het beentje lichten en hem midden zijn saai, kleinburgerlijke wereldje ten val brengen. In feite was het al zover, maar hield hij de schijn op als was er geen vuiltje aan de lucht.
Misschien zagen andere vrouwen in hem een aantrekkelijke kerel. De nieuwe bril op zijn neus stond hem heus niet mis. Voor hun huwelijk was ze trouwens zelf op hem verliefd geweest. Een noodlottige dag. Haar dwaze, onstuimige liefde werd ernstig genomen, geregistreerd, genormaliseerd en in burgerlijke banen geleid. Wat eerst ongeoorloofd was, werd aangemoedigd. Het onfatsoenlijke veranderde in keurig. Ineens werd zij zelfs beroofd van het obscene verlangen dat haar tot dan steeds bij het vrijen had beheerst. Natuurlijk was het een idee-fixe, maar Vanessa had moeite het van zich af te zetten dat Paul, eenmaal met haar in de echt verbonden, te vertrouwd geworden was voor het bedrijven van de liefde. Soms kwam het haar zelfs voor of hij een beetje een broer werd, zodat zij, schuldig aan incest, op zijn liefkozingen afknapte. Paul had die veranderingen in haar nooit doorgehad. Nog altijd meende hij dat het nodig was haar dagelijks van zijn gevoelens te overtuigen. Zij vroeg zich af wanneer hij het beu zou worden. Het ergerde haar dat hij, in plaats van teleurgesteld te reageren, nog meer geduld en toewijding aan de dag legde. Daarentegen haalde zij voor zichzelf een heleboel grieven op en ondervond de grootste moeite ze niet in zijn gezicht te slingeren.
Maar voortaan zou ze niet langer zwijgen. Hij moest en zou alles aanhoren wat de laatste weken door haar hoofd had gespookt. Dat hij een mislukte intellectueel was. Een kaalgeplukte kip. Een luiwammes.
Zij voelde zich misselijk worden.
(wordt vervolgd...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten