donderdag 22 augustus 2024

gast-auteur

VERZUCHTINGEN
door Robert Baeken

39.
‘Beken maar, jij hebt nooit veel aan haar gehad, hé?’ Zonder haar schamper lachje zou hij niet eens begrepen hebben dat ze insinueerde op zijn seksueel leven, of - op masturbatie na, - het grotendeels ontbreken ervan. Weer kwam hij op de onaangename gedachte dat zij in dit verband lotgenoten waren. Dat zij erop aanstuurde bij haar te vinden wat Vanessa hem onthield, maakte het voor hem nog pijnlijker. Want hoe kon hij haar avances ontwijken zonder het geloof en vertrouwen in de kracht van haar vrouw-zijn, - de grond in te stampen? Hij stelde voor weer naar buiten te gaan.
   ‘Liever niet. Er vliegen muggen. En het wordt fris!’
   Tot hier had Paul zich al goed uit de slag getrokken. Mathilde had nog steeds niet om de poen gevraagd. Toch was hij weinig op zijn gemak. Mocht haar visite al vreemd zijn, nog vreemder vond hij het dat ze niet vertrok.
   Zij schoof de overgordijnen dicht, nam plaats op de canapé, sloeg haar benen over elkaar, gooide haar lokken met één hoofdbeweging achterwaarts en bleef hem met een lichtjes geheven kin aankijken. ‘Ziezo! Nu hebben we alvast meer privacy.’
   De hele situatie smeekte erom dat hij haar een compliment zou geven. ‘Je hebt een mooie jurk aan. Heus, je ziet er beeldig uit!’
   ‘En wat vind je van mijn kapsel?’
   Paul wist dat hij de ene flater op de andere stapelde. Maar of hij doorging of niet, hij zat al tot de nek in deze verdomde situatie. ‘Had je veel eerder moeten doen. Vanzelfsprekend is het even wennen.’
   Uit haar mond klonk een veelbetekenend lachje. Paul raadde wat hij in haar ogen was: een stout kind. Ten onrechte interpreteerde ze zijn moeilijk slikken als een gevolg van ontwakende begeerte. Gelukkig had hij een uitstekend middel om het misverstand te omzeilen. ‘Jammer dat ik niet vrij ben!’
   ‘Hoezo? Vanessa permitteert zich toch ook vrijheden genoeg!’
   Paul legde zijn hand op haar boezem. Die hand, koud en slap als een natte doek, hoorde tot leven te komen. In kramp spreidde hij zijn vingers over haar sponsachtige rondingen. Ondanks de hitte leek het of hij een dode massa onderzocht. Onbeweeglijk wachtte Mathilde op de volgende fase. Die bestond eruit dat hij zich over haar heen boog en met een schijn van groeiende opwinding haar mond kuste.
   De gewetensbezwaarde trok zich terug. ‘Nee, ik kan niet!’ Zijn lege blik stuitte op de ruwe bekleding van de canapé;    alsof hij daar zijn ware zelf was tegengekomen. Nochtans zag hij geen reden tot opstandigheid. Wat getroffen werd en gekwetst, was enkel de buitenkant. Zijn identiteit bleef leeg en onaangetast: een kiem die niets voorstelde, maar alles bevatte om te zijn wie hij was.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: