woensdag 12 april 2023

gast-auteur

33.

‘Wij hadden elkaar gezoend. En ineens bekende zij dat ze nooit meer terug naar huis wou. Vaders gouden kooitje verstikte haar. En zij verafschuwde haar school. Zij wilde la vraie vie de bohème, snap je? En heus, wij hebben een leuke tijd gehad. Maar te kort. Tegelijk was ik angstig. Ik had het voorgevoel dat er vroeg of laat iemand als jij op de proppen zou komen.’

   ‘En waar is ze nu?’

   ‘Na enkele dagen is zij plotseling ziek geworden. Zij had vreselijk pijn in de rug en raakte niet meer uit bed. Van mijn voorstel om een dokter te laten komen, wilde ze niks weten. In haar handtasje zaten trouwens de nodige medicijnen.’

   ‘Zij had het dus al eerder doorgemaakt! Misschien een nieraandoening?’

   Etienne haalde de schouders op. ‘Zij wilde er niks over kwijt. Een halve dag heb ik aan haar bed gewaakt. 's Anderendaags zou Justine het van me overnemen. Jammer, door een staking van het openbaar vervoer, kwam zij een uur te laat. En wat vreemd, toen ze hier arriveerde, was de vogel gaan vliegen! Niemand heeft haar nog gezien!’

   Joseph stond op, wandelde naar het ovalen venster, keek in de cafetaria aan de overkant. ‘En de politie?’

   ‘Bij een ongeluk zou ik mezelf ver­dacht maken!’

   ‘Heb je haar ouders op de hoogte ge­bracht?’ 

   ‘Zeker! Maar ik werd zo brutaal afgebekt dat ik meteen heb opgehangen!’

   Joseph pakte zijn notitieboekje. ‘Even alles op een rijtje: Marijke is vorige week ziek geworden!’ Tot hier was hij bereid de student te gelo­ven. Ook stond het buiten kijf dat Etienne de heer Molensteen aan de lijn had. Mooi, al konden sommige feiten best dienstdoen als afleidingsmanoeuvre. ‘Als zij niet te kieskeurig is, had Justine een adres voor jouw vriendinnetje, stond er in haar brief. Misschien is dat iets voor la vraie vie de bohème?’

   ‘O nee! Ik ben er één keer geweest. Dat soort bouwval op het platteland is niks voor een rijkeluisdochter.’

   ‘Waar is het?’

   ‘Even buiten Parijs. Ik herinner me niet het adres.’

   ‘Heb jij enig idee wat er is gebeurd?’

   ‘Volgens mij heeft Marijke, om niemand tot last te zijn, zelf een ambulance opgebeld!’

   ‘Dat zij hier of daar is opgenomen, kan men na­gaan!’

   ‘Inderdaad! Misschien zou dat iets voor jou zijn! Pa­rijs telt honderden ziekenhuizen en privéklinieken. Voor mij is het onbe­gonnen werk. Ik heb mijn studies, begrijp je?’

   ‘Of zou von Köppenick, jouw buurman, er voor iets tussen zitten? Marijke had een hoop poen op zak. En iedereen kan hier zomaar binnenlopen. Weet je, ik klop even bij hem aan.’

   ‘Ik denk niet dat de Korporal thuis is. Hij is trouwens zelf bestolen. Vanmorgen heeft een onbekende al zijn geld gepikt en hem met een boksbeugel het ziekenhuis in geslagen. Toen de ambulance en politie arriveerden, hoorde ik hem zijn verklaring afleggen. De dief ging helemaal in het zwart gekleed.’

   ‘Zwart? En droeg die man ook een hoed?’

   ‘Juist, een met brede rand. Hé, hoe kom jij dààr bij?’


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: