zondag 16 april 2023

GAST-AUTEUR


37.

Even voor zessen kwam Joseph in het hotel aan. In zijn zakken staken een fles wijn en een homp kaas. Doordat hij nog maar enkele minuten had om zijn kantoor op te bellen, was hij erg gehaast. Boven­dien kwam het onder zijn overjas weggestopte stokbrood, in weerwil van de opstaande revers, bij elke stap meer de kop opsteken. Hij hoopte dat de juffrouw achter de balie zijn door al dat voedsel ongewoon breed figuur niet zou opmerken.

   Wat pech! Op weg naar de lift, kwam zij hem nagelopen. Joseph bereidde zich voor op een sermoen: - ‘Mon­sieur, het is u bij de inschrijving medegedeeld dat het verboden is op uw kamer te eten!’ Alvorens zich om te keren, knikte hij het hoofd, waardoor zijn kin het brood onopvallend onder de kraag schoof. ‘Wat wou u zeggen?’

   Monsieur, er was hier een une jeune femme voor u! Zij zou om zeven uur terugkomen.’

   Ha, zeker Justine! Nog even geduld en het vermiste meisje zou als een rijpe vrucht in zijn mand vallen. Nu haar abortus achter de rug was, kon zij, als een lammetje dat stout is geweest, straks met hem weer naar huis.

   Moest hij in spoken geloven? Terwijl Joseph in de liftkooi stond, zwaaide de deur open. De Borsalino! Hij droeg een zwarte regenjas. En ook hij had zijn revers omhoog. Met reuzenschreden kwam hij eraan, recht naar de lift. Joseph hoefde enkel de knop in te drukken. De deur zou dan nipt voor zijn neus dichtschuiven. Maar zelfs in geval van een spook zou het ronduit onbe­schoft zijn niet te wachten.

   ‘Drukt u maar op twee!’ zei Joseph in zijn beste Frans. Bij het uitsteken van de getatoeëerde hand naar de liftknop, flitste een mespunt doorheen een bloedend liefdeshart.

   Om erachter te komen dat hij veeleer voor een landge­noot stond, zou hij hem in het Nederlands kunnen aanspreken. – ‘Het kan toch geen toeval zijn mijnheer, dat wij elkaar in een metropool als Parijs, om de haverklap tegen het lijf lopen? Naast zijn priemende ogen, - twee ronde schijfjes met daarachter een mens, - ontmoette Joseph strenge plooien rond een vastberaden opeengeklemde mond, - het geschilderde portret van de hertog van Alva: een man even ondoordring­baar als zijn kuras. Een man opgesloten achter de zwaar vergrendelde deur van zijn verbeten zwijgen.

   Waar ben je bang voor? Red hem van zijn verdoeme­nis! ‘Slecht weer geworden, vriend!’ begon Joseph, dan toch in het Nederlands. Jammer, de opmerking kwam te laat, want reeds schoof de deur open, en ineens had die stomme hertog met borsalino het te druk met uitstappen.

   Joseph was niet zo gek om hem na zijn bescheiden tegemoet­koming achterna te hollen. Hij had slechts twee minu­ten. Ter­wijl zijn buurman nog aan het slot morrelde, zat hij al op het bed aan zijn toestel.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: