Ook dit nieuws kwam als een steen uit de hemel vallen. Het lag al op zijn tong te vragen of dat nodig moest. Harolds bed was antiek, inderdaad. Maar zulks had ook zijn charmes. Bovendien vertoonde het geen mankementen. Joseph wilde echter geen tweede ruzie over geld. Met een schijn van belangstelling vroeg hij hoe het nieuwe bed eruitzag en waar zij het had gekocht. In de passiviteit waarmee hij luisterde, ontdekte hij een eerste gevolg van zijn voornemen om, wat er ook gebeurde, de verantwoordelijkheid voor de portemonnee voortaan bij haar te leggen. Ondanks de nog bijkomende kost voor een nieuwe matras voelde hij niets dan opluchting.
‘Is Harold thuis?’ vroeg hij, van zodra Isabelle over haar aankopen klaar was.
‘Zal ik hem roepen?’
‘Nee, ik had hem gister al aan de lijn.’ Hier naderde Joseph langs een gewiekste omweg zijn doel. ‘Jij was op dat ogenblik niet thuis,’ merkte hij quasi terloops op.
‘Juist, ik was met Irma naar een tentoonstelling van bloemschikken. Hé, was dat leuk! Ik heb een bonsai meegebracht, voor op Harolds kamer. Een enig exemplaar. Maar zeg eens, hoe vlot het werk? Blijf je ginds nog lang?’
‘Gister de hele dag ter plaatse getrappeld.’
Het gesprek bloedde dood. Hij betuigde nog eens zijn spijt. Zei dat hij nog altijd gek was op haar, dat de Parijse vrouwtjes hem nog meer naar haar deden verlangen, en van die prietpraat.
‘Zand erover! Maar neem je voortaan in acht, Jos!’
De volgende telefoon was voor de baron. Jammer, hij kreeg weer die gestrenge huismeester aan de lijn.
‘Mijnheer is niet thuis. Probeert u vanavond nog eens!’
Intussen had Annemie twee nummers van Minowski, beiden balletdanser. Misschien broers? Een woonde in Parijs, de ander in Lyon.
‘In welk wespennest heeft zij zich nu weer gestoken!’ reageerde de Parijse Minowski, nadat Joseph zich aan hem had voorgesteld. ‘Ik woon op driehoog boven de Galerie Lafayette, op de hoek van de rue Lafayette en boulevard Haussmann. Komt u rond twee uur vanmiddag.’
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten