zondag 9 april 2023

GAST-AUTEUR


30.

‘Heeft Justine zich dan al eerder in een wespennest gestoken?’ vroeg Joseph, zich de eerste reactie van Minowski indachtig. Toen hij ging zit­ten, zag hij enkel nog de bovenste helft van de mooie koepel op de Opéra. Met Frans verstaan had hij geen enkele moeite.

   ‘Ik zal kort zijn! Toen ik bij haar was, heeft zij hopen speelschulden gemaakt. Het spelen zit haar als een ongeneeslijk virus in het bloed. Wat is er nu weer met haar?’

   Joseph begon over zijn opdracht en hoe hij met Justine in contact gekomen was. Hij zag de andere man aandachtig meeluisteren. ‘Misschien kan u me zeggen wie dokter Lima is?’ besloot hij.

   ‘Hoe ziet hij eruit?’

   Hoe Joseph ook zijn best deed hem te beschrijven, Minowski bleef het antwoord schuldig.

   ‘Zou hij haar professor zijn aan de medische faculteit?’ vroeg Joseph, om hem een geheugensteuntje te bieden.

   ‘Hoe komt u erbij? Medische faculteit...?

   ‘Justine heeft haar studie medicijnen opnieuw aangevat, weet u toch?’

   ‘Hoor je dat, Léon?’ riep Janos. En tegen Joseph: ‘Geloof me, zij heeft evenveel met geneeskunde te maken als een fiets met een kokosnoot!’

   ‘Nochtans vond ik heel wat medische boeken bij haar!’

   ‘Larie! Woont ze nog altijd in Louveciennes?’

   ‘Ja, maar niet lang meer, geloof ik.’ Joseph wilde absoluut vermijden dat het gesprek in een gezellig onderonsje zou verzanden. ‘Het huis is helemaal leeg en onderkomen. Geen tafel, geen stoelen. Enkel een matras op de vloer!’

   'Waarvoor komt u eigenlijk?'

   'Ik hoopte dat u me verder kon helpen. Dus niet zo!’ Hij hief het glas. Het vocht over zijn tong smaakte naar limoen. ‘Neemt u mij niet kwalijk voor deze zij­sprong: van jullie huwelijk is dus niets terechtge­komen?’ 

   ‘Ik geef toe dat ik een moeilijk man ben. Maar aan Justine schort ook heel wat. Zolang ik haar in de gaten hield, kon het ermee door. Maar vaak moest ik haar ook alleen laten. Negen van de tien keer holde zij recht naar de bingo. Mais sans rancu­ne! Dat ze mij tot den bedelstaf bracht, had ik er nog bijgenomen. Zolang ik maar kon dansen! Twee jaar geleden is er dan iets merkwaardigs gebeurd. Ik was in Zürich voor een optre­den. Het was daar dat ik Léon voor het eerst tegenkwam. Door hem gaf ik einde­lijk toe aan mijn geaard­heid. En sinds­dien is hij mijn grote liefde.’

   Léon keek over de rand van zijn tijdschrift en maakte een of andere zoete opmerking, die prompt door Janos werd beantwoord. Het ergerde Joseph dat hij door hun Pools - of spraken zij Hongaars? - weer naar de kant van de pingpongtafel werd verwezen, waar hij louter dienstdeed als klankbord voor liefdesverklaringen tussen de twee spelers.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: