zondag 19 juni 2022

rip

steady eddy is gestorven.

grasduinend door myn blog, kwam ik onderstaande column tegen, geschreven voor de streekkrant, in october 2015. eddy speelde daarin geen hoofdrol, maar goed: hy kwam er toch in voorby.
    de folkore en het provincialisme in dit tekstje zyn een beetje kinderachtig - maar goed: het was dus voor de stréékkrant.
    (ik schreef ook wel eens een column die helemààl over eddy ging, en waarvoor hy my 2 decennia lang is blyven bedanken - maar die vind ik nergens meer.)



_______________


DIKKE NEK! (column streekkrant 7/10/22)

Een paar dagen geleden zat ik met een goeie vriend in het lauwe herfstzonnetje op het terras van café De Muze - een van de beste staminees van 't Stad, de plek werd failliet verklaard maar de diensters en kelners ter plekke, hebben gelijk hun krachten gebundeld, om deze legendarische zaak toch nog voort te zetten. In feite zou De Muze, waar zoveel geschiedenis aan hangt, gesubsidieerd moeten worden!

In ieder geval: ik had die vriend met wie ik was, al een tijdje niet meer gezien - al is hij uit het straatbeeld van deze regionen niet weg te branden: de straatzanger Steady Eddy, je kent hem, de meest getrouwe straatzanger van allemaal, al dertig jaar lang bij iédere temperatuur met zijn gitaar rond zijn nek van de partij. De tequila's smaakten ons uitermate goed, en voor het eerst sinds lang voelde ik mij nog eens "in mijn nopjes", zoals dit heet. Wat uitzonderlijk is, want als Antwerps nachtburgemeester màg ik mij eigenlijk niet goed voelen; telkens wanneer ik glimlach of lach, is dat een belediging voor alleen al de Antwerpse daklozen, die het iedere dag alsmaar moeilijker krijgen om de eindjes nog aan mekaar te knopen. En toch, ik zei het hem zelfs hardop:"Eddy, ik ben precies effenaf gelukkig vandaag!"

Precies op dit moment kwam daar, vanuit de Handschoenmarkt, een kaalhoofdig, nors ogend man voorbij gestapt. Ik had die vent nooit eerder gezien, maar toch keek hij me scherp in mijn ogen aan. En dan sprak hij opeens, luid en helder:"Dikke nek!" En liep weer voort...

Dat hij dit letterlijk bedoelde, is praktisch onmogelijk, want toevallig sta ik, zuiver fysiek, eigenlijk bekend als één van de dunste nekken van heel Antwerpen. Daar kan je met een duim en een wijsvinger omheen. Dus waar kwam dit vandaan? Ik begreep er niks van. Helaas zit de wereld zodanig in elkaar, lezers, dat slechte ervaringen zwaarder op ons doorwegen dan toffe ervaringen. Dus: voor de rest van de dag verviel ik in een somber, droevig gepeins. Misschien had die kerel gelijk, misschien was ik écht een soort rotzak? Op het eind van de lange dag kwam ik bij mijn lief, ik vroeg haar:"Vindt gij mij een dikke nek?" "Een dikke nek?" vroeg ze meteen. "Da's nog zacht uitgedrukt!"

Maar: intussen heb ik toch weer troost gevonden, en wel in het bijzonder bij deze gedachte: die kale voorbijganger, dat moet een Brabander, een Oost-Vlaming of een West-Vlaming zijn geweest. Want voor mensen uit dié streek, heet iederéén die in Antwerpen woont een "dikke nek". Precies zoals ze daar ook altijd denken dat wij alles dat buiten Antwerpen ligt, als "één grote parkeerplek" zouden aanzien. Da's helemaal niet waar, wij zijn erg vriendelijk, maar zij daar, in Leuven, Niewpoort en Gent, zij daar zitten zélf met een minderwaardigheidscomplex. Dus ja: laten wij, Sinjoren, die scheldterm, "Dikke Nek", als een geuzennaam omarmen.

En toch, toch ben ik nog altijd kwaad op die man...

1 opmerking:

Sam zei

7/10/22 -> 7/10/15