tamelyk lusteloos wakker geworden, wat eigenlyk een misdaad is, omdat dinsdag-middagen juist de meest vrye middagen van de gehele week betekenen, het kâsteel voor myzelf hebbende tot vier uur smiddags. maar: op het program stond het voort-arbeiden aan myn nieve conference, werktitel "de ideale schoonzoon", en daar kreeg ik my niet ingehesen.
in plaats daarvan naar "gomorra" zitten zien, in lighouding, smiddags dus. gelukkig kwam rond twee uur de klus-patrick langs, om het poortje van het terras te repareren, plus ook om de verzakte chauffage weêr recht te trekken. zo blyven mensen mekaâr aanjagen. aldus klom ikzelf naar de onverwarmde machine-kamer, en geraakte toch aardig in harnas. ik kan nu vyftig minuten doorlullen. en dat een mens er niet voor staat te springen om, al repeterend, tegen de muren op te snavelen, is niet onlogisch...
snachts denk je:"ik moet de straat op, de koude lucht gaan insnuiven." meteen daarna besef je:"ik moet ten donderdag, te vrydag, te zaterdag én te zondag al de baan op."
4 opmerkingen:
Dat hoedje op de a dient om de s te vervangen, dus moet je eigenlijk kâteel schrijven.
ja, maar het momentum van myn grammatica bevindt zich juist TUSSEN het installeren van het kapje en het weghalen van de "s".
vandaar ook "kôstuum".
net zoals weêr zich tussen "weder" en "weer" bevindt...
Bij "weêr" vervangt het dakje de d, dus dat klopt bijna.
Dit gaat mijn pettië te boên.
Een reactie posten