door (c) willem elsschot
In de retenue
't Was stikkend heet en allen bogen
zich over hunne bank. Zij schreven
hunne straf en wreven
wijd geeuwend, zich de slaap uit d'ogen.
Heer Kakenberg gaat op en neer,
het kale hoofd gans nat van 't zweet.
Het is toch zo verschrikkelijk heet.
Hij zucht, hij blaast, hij kan niet meer.
En geen gerucht wordt er gehoord.
De zonne schijnt. Zij zitten daar
zo loom en stom en schrijven maar
met trage hand werktuigelijk voort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten