ik sta les te geven. op de lessenaar ligt myn blad met aantekeningen. ik draai my naar het schoolbord, om daarop iets te noteren - i love that schoolbord. i love them krytjes... dan draai ik my terug om - maar: myn aantekeningen liggen er intussen niet meer. dwz: ze zyn weg, iemand van de leerlingen heeft myn papieren daar razendsnel weggegrist en verborgen. de boosdoener zynde niet één van die leerlingen, maar wel de gehele klas; de gehele klas dit immers hebbende zien gebeuren, maar niemand er iéts van zeggende. ook zelf blyk ik niet in staat om iéts te zeggen; ook zelf ben ik medeplichtig. niet na een tactische overweging, maar wel als een zuiver soort van fysisch effect, blyf ik volmaakt bevroren in myn houding staan, minutenlang, zonder uitzicht (en hier wordt, à propos, het woord "fysisch" éindelyk eens juist gebruikt; zelfs professionele presentatoren op programma's als terzake of de afspraak zeggen "fysisch", waar ze absoluut, in plaats daarvan, "fysiek" moeten zeggen. "fysiek" is lichamelyk, "fysisch" is wat betrekking heeft op fysica.) na een onbepaalde tyd, een oneindige tyd, beginnen er in het klaslokaal vanzelf enige armen te bewegen, er worden woorden gestameld, er gaat iemand rechtstaan. er weêrklinkt papiergeritsel. onwillekeurig komen, op den duur, myn aantekeningen vanzelf weêr op myn lessenaar te liggen. de les kan weêr voort.
zonder overdryven: nooit eêr in myn leven zag ik in zo'n verregaande mate geïllustreerd, wat aristoteles ooit noemde "de onbewogen beweger."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten