dit is byna een filosofisch vraagstuk; het idee dat in een stripverhaal, één persoon telkens opnief wordt uitgebeeld; is dat telkens een ànder wezen? wat betekent in dit geval "continuïteit" - vooral in langdurige reeksen; alle stripfiguurtjes maken door de jaren heen een transformatie door, bvb johnny goodbye, van dino attanasio: in het begin had die een veel, véél grotere kop; jommeke was in het begin echt een heel erg dik manneke.
wat nu de hamvraag is, die my heel hard benieuwt: is er een zeker patroon te vinden in de manier waarop al die figuurtjes evolueren? krygen ze allemààl geleidelyk aan iets kleinere handen? etc. daar zou ik graâg eens een uitgebreide studie over zien. je zou dan namelyk, misschien, kunnen voorspellen hoe je eigen figuur gaat veranderen - en het jezelf dan makkelyk maken, door meteen een heleboel komende stadia over te slaan (hoewel "evolueren" natuurlyk niet altyd "verbeteren" is...)



























3 opmerkingen:
interessant, heeft het te maken met het feit dat de meeste stripverhalen verschijnen als 'dagbladverschijnsel' en een komische look moeten hebben? En naderhand blijven ze toch bestaan en moeten ze allerlei avonturen gaan beleven, en dan heb je aan een klein dik jommeke niet veel, maar wel aan een kind dat de soepelheid en het brein heeft om zich uit die avonturen terug los te wrikken en naar huis te kunnen.
Of met de tijdsgeest, veel van die strips verschenen voor het eerst in de eerste helft van de 20st eeuw, toen werden dikke kindjes als een 'gezond' kindje beschouwd? We zijn er nog niet hé, met die analyses
veel van die tekenaars in de jaren stillekes KONDEN aanvankelijk zelfs niet tekenen; kort na de oorlog, was dat niet eens een vereiste...
Allez zeg, een striptekenaar die niet kan tekenen...
Een reactie posten