vrijdag 7 oktober 2011

press

Recensie: Het vrouweneiland

KABLAAAAAAM!

Het vrouweneiland is een strip die qua verhaal volledig uit de koker van Antwerpse nachtburgemeester Vitalski komt. Hij zette op (on)geregelde tijdstippen een groep tekenaars bij elkaar, voederde ze pils en vinyl en overhaalde ze om hun talenten in dienst te stellen van zijn nietsontziende stripepos. Om en bij de 400 pagina’s, 30 tekenaars, 5 jaar werk: het heeft wat weg van een megalomaan project. Een eerste vraag die rijst bij een boek als dit: “Amai, is dat geen ongelofelijke knoeiboel geworden?” Wel, ja en nee…

Eerst en vooral blijkt het merendeel van het boek door drie tekenaars getekend te zijn: Serge Baeken, Bert Lezy en Jangojim. De reden daarvoor lijkt simpel: op de tekenavonden waren zij het meeste aanwezig. Die aanwezigheid (en hun tekentalent uiteraard) heeft hen ook de status van luitenants van Vitalski bezorgd. Aangezien zij het meeste uren klopten op de grafische kant werden zij ook min of meer de schatbewakers van de stijl. Als De Heilige Drievuldigheid van de Tekenpen waakten zij erover dat de personages herkenbaar blijven en dat de scèneovergangen niet te bruusk verlopen.

Ze zijn daar met verve in geslaagd, het boek is grafisch meer coherente dan verwacht, maar dat wil niet zeggen dat het boek niet alle kanten uitspat. Hoewel de premisse bedrieglijk simpel lijkt: een groepje avonturiers tegen wil en dank gaat op zoek naar een mythisch vrouweneiland, is de uitwerking dat niet.

Het verhaal lijkt een onafgebroken stream of consciousness die vijf jaar lang uit Vitalski is komen gegulpt. Er duiken constant nieuwe nevenpersonages op, er worden nieuwe plotlijnen verkend, men flitst heen en weer tussen verleden en toekomst en er wordt zelfs even een stripserie binnen de strip gevolgd.

Alles kan en alles mag in deze strip. Dat leidt niet tot continuïteitsfouten of ongeloofwaardige gebeurtenissen simpelweg omdat deze strip, net zoals en meer nog dan, Suske & Wiske, Jommeke en andere Nero’s, drijft op een eigen interne logica. Als iemand zegt dat een gebouw binnen vijf seconden zal ontploffen, wel dan ontploft het gewoon binnen vijf seconden. Daar moet verder geen reden of aanleiding toe gegeven worden.

Die zotternijen en de waanzinnige kronkels van de plot maken dat je deze strip enkel kan ervaren als een getikte trip evenwijdig met en doorheen de stripgeschiedenis. Vitalski en zijn kornuiten verwijzen immers naar hartenlust naar striptradities of andere populaire cultuur. Zo komen een soort van Sus Antigoon en de piraten van in Asterix (met Mr. T. als de negerpiraat!) even om het hoekje kijken of zegt een personage dat struikelt doodleuk: “Aargl – Ik struikel!”. Er is ook plaats voor diepgang, althans als je zoals ik van diepgang spreekt bij het lezen van als dialogen verpakte, geflipte filosofische logica als: “Je weet meer van mensen dan van vrouwen.”

Zelfs het einde van het boek balt in enkele pagina’s een apotheose samen, een strip als dit waardig: cliché, maar toch niet cliché, meta, maar net niet meta. Om te weten zal u moeten lezen.

De tekeningen van de drie hoofdtekenaars zijn soms om duimen en vingers bij af te likken. Ook niet mis zijn pagina’s van Steven De Rie en Marijn Dionys. Aangenaam zijn de credits achteraan het boek. Die zijn zo uitgebreid mogelijk genoteerd, van prent tot prent. Ik vond het alvast prettig om bij sommige tekeningen te quizzen met mezelf: zien of ik de tekenaar kon raden en dan achteraan even gaan spieken.

Het boek opent met een interview met Vitalski waarin hij op Vitalskiaanse wijze over the top gaat en in woorden die al even euforisch zijn als het boek zelf de wereld te lijf gaat. Hij pareert al meteen de mogelijke kritiek van lezers en recensenten door de eventuele zwakheden of kritieken op het boek zelf als de grootste pluspunten van het boek te presenteren. Zo prijst hij juist de occasionele onsamenhangendheid als een eerbetoon aan de makers als individu. Hij geeft ook, met een knipoog die hopelijk iedereen doorheeft, de studio’s van vandaag een veeg uit de pan ten voordele van zijn eigen epos: Jommeke en Kiekeboe die klaarblijkelijk door in eenzaamheid wegkwijnende assistenten worden gemaakt. Terwijl de assistenten van Kiekeboe gewoon credits krijgen en de mensen die Jommeke maken allicht meer dan tevreden zijn met hun job, vermoed ik.

Vitalski heeft het ook vaak over een parodie. Doch dit boek is meer dan dat: het is een verzameling van bloed zweet en inkt, een rollercoaster rit vol dolkomische absurditeiten en een welkome afwijking van plat getreden paden.

Met een opzet als deze kan je niet anders dan af en toe op je bek gaan. Natuurlijk zitten er mindere tekeningen tussen, natuurlijk kan je soms even niet meer volgen, maar dat maakt op een bepaalde manier juist deel uit van de magie. Fuck paddo’s, lees dit boek.

Het vrouweneiland

Studio Vitalski


Geen opmerkingen: