waarin vitalski de dingen nog eens openhartig op een rytje zet...
al byna twee maanden lang geen "state of being" meer genoteerd, goeddeels uit schroom. nu toch weêr aan de slag, in de naam van de archivaris in my.
hoe dat by anderen zit, daar heb ik geen idee van, maar myn eigen biografie is erg gevarieerd; natuurlyk doe ik wel altyd hetzelfde, schryven en toneelspelen, maar ieder halfjaar kent zyn eigen geaarde byzonderheden, die in andere halfjaren niet zyn terug te vinden. in grote mate heeft dat te maken met myn neiging tot bevliegingen. weten jullie byvoorbeeld nog hoe vaak ik niet ging bowlen in de zomer van 2010? hoe overdreven veel films ik zag in 2009? hoe erg ik myzelf met ludwig II van beieren wilde identificeren in, ik geloof, 2008? vandaag is het, anders dan in andere seizoenen, een kwestie van schaken tegen de computer met op de achtergrond het "tocata en fuga in d mineur" van bach uit de boxen. hoelang zal die verbetenheid voortduren? net zoals met het zwemmen, het vegetarisch eten, het bowlen en het frans en/of piano studeren, word ik er niet alsmaar beter, maar juist alsmaar slechter in. wat wellicht dé reden is waarom zo'n bevlieging op de niet zo lange duur dan toch weêr eindigt.
maar ook beroepshalve vaar ik seizoensgebonden door verschillende wateren, god dank. het vroege najaar van 2011 zal worden herinnerd als een tyd van, niet met tegenzin, op en neêr ryden naar het verre, in nevelen gehulde polderdorp gent, teneinde daar te zitten te schryven en repeteren met veerle malschaert; onderweg in de wagen luister ik naar spoken word-cd's, de beste remedie tegen zelfs stilstaande files, en eens by veerle thuis is het wel uiterst aangenaam werken - gespannen, vanwege die deadline weêr zo dichtby, maar toch ook relaxed, vanwege beiden volwassen genoeg voor een gezonde dosis zen. plus: waar onze tekst niet zal zyn uitgekristalliseerd, zullen we ons zeker kunnen verlaten op ons gedeelde fysieke improvisatievermogen...
ook de allereerste groeipynen van mollie en myn onvermogen, ook morgen dus weêr, om haar in de crèche te droppen, tekenen deze periode, jazeker. zo is mollie het eerste en enige in myn leven ooit, waarvoor ik niét met tegenzin érg vroeg opsta, can you beat that.
myn carrière tenslotte zou, hoewel slechter, zeker ook een pak beter kunnen; byvoorbeeld gisteren in die woonkamer in beveren was het wel fantastisch spelen en werd ik enorm enthousiast ontvangen, waarvoor dank, doch wezenlyk behoor ik tot de drie of vier of vyf grootste humoristen van myn generatie, zodat ik, in wezen, toch veeleêr in uitverkochte schouwburgen dan wel in gezellige woonkamers zou thuishoren. kleinheid schynt evenwel myn onontkoombare karma, en telkens wanneer ik daar, byna althans, om wil beginnen tobben, leg ik myzelf de vraag voor hoe ik eruit zou zien als ik waarachtig gelukkig zou zyn; gestaag verschynt daar dan dit antwoord: dat ik er, als ik tevreden zou zyn, precies aan toe zou zyn zoals nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten