woensdag 8 juli 2015

ingezonden kortverhaal, - door victor glorieux

wat voorafging:

jonathan druyts, een personage van victor glorieux, is onderweg naar syrië...

deze aflevering is opgedragen aan lies van aelst, als een aanvulling op haar terechte commentaar van eêrgisteren.






wat zyn geld betrof: dit zat veilig en wel als vanouds weêr verspreid over een twintigtal plekjes aan z'n lyf; onder de beide, zweetachtige steunzolen in z'n smalle schoenen, in z'n sokken vlak boven de hiel, in allevier z'n broekzakken en in de zomen van de voering van z'n kleine jasje, et cetera. heel eventjes had onze held het zelfs overwogen, moet gezegd, om een paar van die grotere briefjes, die van tweehonderd lira, opgerold en wel, lezers, in z'n achterwerk te verbergen, niks minder - wel veilig omwikkeld in een plastieken zakje; doch: net op tyd begreep 'ie dat àls 'ie zou worden gefouilleerd, hier onderweg, dat ze hem dan natuurlyk dààr nog het alleréérst zouden aanpakken, dat was immers standaard. en pas daarna, als ze in zyn "hol", om het nu botweg te zeggen, die lira's zouden hebben aangetroffen - pas dàn zouden ze ook in zyn schoenen en in zyn voering gaan zoeken. door iets in zyn achterwerk te verstoppen, maakte een mens zich juist extra verdacht.
    dit (het klopte) was best wel merkwaardig, ja overigens, nu hy hieraan terugdacht: hy was zo overdreven bang geweest om, nog in het hôtel, z'n geldbriefjes en muntstukken niet te zullen mogen terugvinden, dat hy zich daar geestelyk reeds integraal op aan het voorbereiden moest zyn geweest; het was hem immers al byna als een teleurstelling voorgekomen, te moeten bemerken hoezeer er, uiteindelyk, zelfs helemaal niéts bleek gestolen, geen kwartje van een kruimel. let wel: nu, op dit ogenblik, allicht een uur of vier later in de tyd, heette deze buit juist weêr zyn ganse redding en allerenige houvast.
    dan toch hield de camion, waar hy in zat, plotseling halt. "vanaf hier gaan we je blinddoeken. omdat we niet willen dat iémand dit parkoers kent."
    "dat begryp ik..."
     ze deden hem een zwarte doek voor, die op zich wel dun was en daarom doorzichtig, maar die zovele honderden malen rond z'n aangezicht geknoopt en gevlochten werd, dat het hem geleek alsof hy blind was. hy dacht geschrokken:"nu kunnen ze helemààl met my doen wat ze willen. wat weet ik? ik zie niks, ik kan niks doen. ze beschikken over my - maar ik weet niet eens wie ze zyn. dit is, bedoel ik, het totale doodgaan..."
    en daarna begonnen ze maar weêr te ryden.
     "zarah," dacht jonathan vervolgens, zuiver om zich op iets anders te kunnen richten. "zie wat ik voor jou doe - alstublieft: als we mekaâr tegenkomen - laat my éindelyk nog eens, zoals erg vroeger, nog 'ns één keertje met jou naar bed mogen - please, ik verdien het!!"
    "we zyn er," sprak een hese stem pas veel later.
    de camion opgehouden zynde met schudden en botsen, maar wel nog ronkende.
    hardhandig werd jonathan druyts de blinddoek afgenomen - het was een klaarlichte, om maar niet te zeggen gloedhete, witte zomermiddag. overal rond hem bewogen zich breedgeschouderde mannen met een dikke, pluizige baard, een zwarte tulband, doodshoofden op hun kleêren en een kalashnikov in hun armen... "je gaat eraan," zei iemand grinnikend...

wordt vervolgd

1 opmerking:

Lies J. Van Aelst zei

wow...nu ben ik gerust, over zijn geld...ondertussen alweer ongerust..over zijn leven. Morgen meer hé!