woensdag 21 september 2016

column streekkrant editie antwerpen (eveneens nummer 154)



PIEPENDE BANDEN

Op de boerenbuiten hoor je permanent wel ergens een hond blaffen, in dorpen word je geplaagd door honderd-en-één versies van Beethovens Für Elise op de ijscokar. Dus het is overal wat. Maar in de stad is de optelsom van soorten herrie, kabaal en lawaai natuurlijk kampioen. Van sommige geluiden ga je houden. Zo hoor ik vanuit mijn slaapkamer eigenlijk tamelijk graag de goederentreinen voorbij denderen op Spoor Noord, zelfs als dit soms erg vààk gebeurt. Die treinen zetten aan het dromen - zoals Herman Brood zaliger het well eens zong:"Er gaat een treintje naar Dromenland / Achter het stuur zit een olifant." Over dat soort naïviteiten gesproken, nog een soort van herrie dat ik graag aanhoor, zelfs al kunnen die ook wel eens overdrijven, is het geroep en getier van spelende kinderen in de straat. Ook nu komt er een gedicht in mij op, het puntdicht "Herfst" van Lucebert:"Kinderen buiten / verminken de stilte. / O beminnelijk litteken." Alleen als het te laat wordt, draait mijn hart om. Dat is iets dat je in Antwerpen té vaak ziet: snotaapjes van zes jaar die om één uur 's nachts nog steeds lopen te voetballen en knikkeren, zelfs op weekdagen. Een regelrechte vorm van kindermishandeling!

Een nieuw opgekomen genre van straatlawaai waar ieder normààl mens zich alleen maar aan kan doodergeren, is dat gepiep en gescheur van autobanden, van wagens die met opzet zeer snel optrekken, of die moedwillig te scherpe bochten nemen. Iiiii--iiiii-uuuuttt!!… De Dukes of Hazzard, maar dan in het echt. Effectief is dit een soort van akoestisch vandalisme dat zich pas de laatste drie, vier jaar zo overdréven frequent voordoet, in de Seefhoek gaat er in ieder geval geen nacht meer voorbij zonder. Bij een bepaald soort volk is dit imbeciele rijgedrag ronduit in de mode. Wat die sukkels niet begrijpen, is dat ze zich in waarheid fenomenaal belachelijk maken. Ze maken zich wijs dat ze stoer zijn, dat ze avontuurlijke, handig sjezende sportbinken zijn, van wie iedereen opkijkt, maar iedereen vindt juist het tegendeel. Ten eerste verneuken die kinderachtige paljassen niet alleen het wegdek (dat zullen ze wel juist "leuk" vinden), maar méér nog ruïneren ze hun éigen autobanden. Hoe dom kan je zijn? Hoe erg mateloos gefrustreerd moet je wel niet zijn, als je het dààrvan moet hebben? Hoe geestelijk armoedig, en hoe seksueel achterstallig en kleuter-achtig dom? Echte stoere binken rijden juist bijzonder kalm - ze hebben wel wat anders aan hun kop!


Dat gescheur en gepiep zo in het midden van de nacht is vooral heel erg voor onze onschuldige kindjes. Die proberen rustig te slapen en dromen van een argeloos Nijntje - maar door de nachtlucht, langs het raam, desnoods door de muren heen, dringt het botte geweld zich in hun bewustzijn naar binnen. Om die reden, lezers, zouden die nep-chauffeurs met een verpletterende gestrengheid moeten worden aangepakt - rijbewijs afnemen, voor àltijd, en zeker ook een tijdje de gevangenis in. Maar: zelfs een minste bekeuring in deze, heb ik nog nooit weten gebeuren. Is het misschien zelfs legaal?

Geen opmerkingen: