ACCIDENTEN
Eergisteren heb ik op die lange, slecht verlichte autoweg langs het Giels Bos een egel overhoop gereden. Daar kon ik écht niks aan doen, toen ik hem voorbij zag lopen, remde ik wel af, maar het was reeds te laat. Nu wil ik wel bidden voor het bestaan van zoiets als een dierenhemel, maar als dat doorgaat, is de kans groot dat er ook zoiets als een mensen-hel gaat bestaan - en dàn is de kans weer veel te groot, dat ik daar ooit zélf in terechtkom - niet voor eeuwig, maar toch zeker voor een stuk of honderd dagen.
Een tante van mij heeft wel eens een hert aangereden, da's nog erger. Dat gebeurde ergens op die 's nachts nog méér duistere wegen om en langs de bossen van Kasterlee. Uiteraard reed mijn tante zeer traag, dat gaat daar nu eenmaal niet anders, en bovendien stonden er ook wel overal van die driehoekige verkeersborden neergeplant, met daarop zo'n netjes uitgetekend, springend hert - Kempenaren denken dat dit bord wil zeggen:"Hier mode 'hert' rijen." Dat hert in kwestie stond doodstil overeind in het midden van de weg, maar mijn tante schrok zo erg, dat ze eerst per ongeluk naar haar ruitenwissers greep. Toen ze dan toch wél begon te remmen, bleef ze nog een flink eind voortschuiven op de natte herfstbladeren; dus claxoneerde ze bovendien, en zette ze haar grootlichten aan. Niks gekort: de gigantische, met een weelderig gewei getooide even-hoever belandde plat op zijn buik op de snuit van haar kleine Renault, die meteen perte total heette.
Zij kwam er nog goed vanaf, o lezers. Vele jaren geleden overkwam een liefdespaar in Retie een waarachtig drama - ik las erover in de mémoires van de heden ietwat verguisde, maar ooit zeer beroemde schrijver Hugo Raes. De man en de vrouw in kwestie, waren zonet met de wagen op reis vertrokken, maar belandden achteraan een vreemde vrachtwagen, nog voor ze de A21 hadden bereikt - de A21 zijnde de meest noordelijke snelweg van België, gevreesd voor zijn veelvuldige, plompe vrachtverkeer dat er richting het Rührgebied reist. Deze camion droeg een lading glazen platen bij zich. Eén van die platen was niet stevig genoeg vastgebonden, en gleed plotsklaps van de rest van de stapel af; het lijkt bijna ongeloofwaardig, maar het moet echt zijn gebeurd: man en vrouw werden door die glazen plaat onthoofd, gelukkig gelijktijdig, zodat de éne dit niet, eerst, had moeten zien gebeuren bij de andere. Maar dat is een magere troost.
Kortom: gij, Kempenaar, die erom bekend staat zo gaarne de auto te nemen, zelfs om bij de bakker om de hoek een smos kaas te gaan halen; bedenk dat nooit iémand van al die vele, verongelukte pechvogels, toen hij achter het stuur kroop, ervoor koos om zo'n accident mee te maken. Blijf daarom zoveel mogelijk binnen - zelfs in uw hof is het gevaarlijk, met al die kruisboog- en boogschietclubs van tegenwoordig. Schopenhauer zei het al: het geluk nastreven, is ondoenbaar - maar wél kan je zo hard mogelijk proberen, het ongeluk te vermijden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten