STRATENPLAN
Straatnamen spreken meestal bijzonder tot de verbeelding. Tegenwoordig zijn we ons daar niet meer zo erg van bewust, het internet heeft het klassieke stratenplan, met ouderwets, alfabetisch opzoek-register, uit de wereld verjaagd. Op Googlemaps typ je gewoon in waar je wil terechtkomen, en hoef je de andere straatnamen niet eens te passeren. Da's jammer, want straatnamen zeggen dus wel véél. De Brusselse schrijver Daniël Robberechts heeft wel eens een integraal boek over Praag bijgeschreven, zonder daar ooit één keer naartoe te zijn gereisd, gewoon op basis van straatplannetjes en stadsgidsen. Alleszins zou een uitheemse Chinees of een Eskimo toch zeer ver weten te springen met de straatnamenlijst van onze flamboyante Koekenstad.
Je gelooft niet hoeveel straten er in Groot-Antwerpen zoniet officieel, dan toch zeker in de volksmond beginnen met het verkleinwoordje van "het", dus "'t". 't Berkenveld, 't Duivelshoekje, 't Schutterspleintje, 't Marmotteke. Vervolgens de namen van mensen van wie echt niémand meer weet wie ze ooit zijn geweest, gevelschilders, dierentemmers of ruimtevaarders; de Abraham Verhoevenlaan, de Jaak Gorusstraat, het Jan Borluutplein. Of ook, zorgend voor de nodige verwarring, de Door Verstraeteplaats. Alsook de "Ergo De Waellaan". Bekendere figuren resoneren dan weer in de "Albert Einsteinlaan", de "Gandhilaan" en zelfs de "Artsen Zonder Grenzenstraat". In Merksem is er nu ineens ook een Gaston Berghmansdreef, tot voor kort nog de Bouckenbergdreef. Wat mij verbaast, want ooit heb ik eens ergens gelezen dat een mens minstens vijftig jaar dood moest zijn voordat hij een straatnaam mocht worden.
Talloze straten willen geen "straat" of "laan" worden genoemd: Laar, Ganzemate, Dries, Bovenplek. Hagelberg, Akker, Bokspane, Boogkeers. Drie Bunderkes. Op de Kattenberg is er een straat die simpelweg "Drink" heet, maar oké; in Oud-Turnhout is er een straat die heet "Nadorst", dus het kan altijd nog erger. Voorts zijn er in Antwerpen acht straten die beginnen met de voornaam Alfons, maar een-en-dertig straten die beginnen met de ooit dus zeer afgezaagde voornaam Frans. Niet leuk om in te wonen: de Examenstraat, de Spaarstraat, het Haverloosveld, de Galgestraat. Of het Flor van Reethpad. Wel leuk: het Ferre Grignardplatsoen. Spreken eveneens tot de verbeelding: de Kernenergiestraat, de Banaanweg, de Deuzeldlaan. De Achturendagstraat. De Armeduivelstraat (naar het historische huis aldaar, geheten "Arme Duivel.") Spannen sinds jaar en dag de kroon: de Vingerlingstraat (hartje rosse buurt), de Wipstraat - en, last but not least, het Ruckerspleintje...
4 opmerkingen:
Volgens mij is de tijdsregel achterhaald. Achter het Gentse Sint-Pietersstation is er sinds korte tijd sprake van een 'Koningin Mathildeplein', en die is toch ook nog geen vijftig jaar dood?
Voorts ben ikzelf nog steeds verknocht aan ouderwetse stratenplannen en papieren atlassen. Toch blijk ook ik steeds minder het register te gebruiken. Hoewel, dit is in feite logisch, daar een fulltime reiziger als ik de meest belopen plekken van zijn landschap wel uit zijn vestzak kan schudden...
Enfin, als uw gps het mocht laten afweten, kan u mij desnoods nog achter uw stuurwiel installeren. Ik heb een afwijking van +/- 20m/km² rond de grote stedelijke centra in de Benelux en het Ruhrgebied.
In principe moet iemand 5 jaar overleden zijn om een straatnaam te krijgen. Ik weet niet of de G.Bergmansdreef al officieel zo bestaat.
Kris Van de Kerckhove
Volgens het toepasselijke decreet volstaat overleden zijn, maar ik heb me laten vertellen dat de Koninklijke Vlaamse Commissie van advies voor plaatsnaamgeving, die advies moet geven aan de gemeentebesturen adviseert om 5 jaar te wachten...
Een reactie posten