zondag 30 april 2017
vrijdag 28 april 2017
agenda
vandaag, zaterdag:
om 11:00u: als prince-kenner te gast by "de interne keuken", radio 1
om 20:00u: victor glorieux live in cc deurne
om 11:00u: als prince-kenner te gast by "de interne keuken", radio 1
om 20:00u: victor glorieux live in cc deurne
waar was je snamiddags
met vrouw en kinderen naar désiré de lille...
zalig dat dit eindelyk kan, dwz dat die kinderen niet meer alles omver gooien of om de haverklap rechtspringen of beginnen wenen en zo...
echt superzalig tafelen...
state of being, 29 april 2016
een stille dag, tussen twee drukke dagen in geprangd. acht uurs aan één stuk door geslapen, met allerlei rare dromen, dewelken-ik inmiddels evenwel ben vergeten. dan rustigjes aan naar het kiel gereden - hoewel "rustigjes aan" niet echt de volmaakte term is, het is meer een kwestie van je eigen zelf stapvoets voort-drukken, om de halve meter koortsachtig uit je doppend ziend om toch zeker maar niemands voeten er af te ryden.
de mevrowu die ik op het kiel aantrof, chantal boes van het project "kip killie", bleek eveneens uit het noord afkomstig, dwz: voor ons beiden was de overtocht nodeloos geweest, ze woont by me thuis achter de hoek...
snamiddags op stap met de kinderen - het is schooltyd, maar ze zyn allebei ziek - je denkt van niét, doordat ze vrolyk weg en weêr steppen en in onze zetels weg en weêr springen, nooit zonder koprol; doch een anderhalf uur later komt er bloed uit hun oren, en kunnen ze zich ineens totaal niet meer ademen. vandaar.
in de fnac heb ik mogen bemerken dat uitgevery dupuis klaarblykelyk al een tydlang zeer naarstig bezig is om zyn reeksen uit het atoom-tydperk opnief op de markt te brengen, fantastich mooi omkaderd en ingeleid en uitgeleid. de heruitgegeven robbedoezen had ik al, maar nu ook "jerry spring" en "johan en pirrewiet" en dergelyken hebben zo'n kolossaal mooie reeks... van laatstgenoemde heb ik deel één dan maar meêgenomen, nochtans totaal geen tyd hebbend om te lezen...
van myn pa is er ook een nief boek uitgekomen, "wykende verten", daar moet ik ook dringend eens in beginnen!!...
"hatfield & mccoy" op netflix: we moesten, van die gehele serie, alleen het allerlaatste kwartier nog zien - maar: de firma heeft die serie aldus opeens, zonder boe of zonder bah, weêr van zyn fonds weggehaald, wat is dat voor onrype flauwzooi??
in plaats daarvan de eerste tien minuten van "fargo" bekeken. de beste tien minuten televisie die ik ooit zag, zonder overdryven!!... doch intussen was luv ingeslapen (die al wakker was van vyf uur sochtends, door de schuld van rocco james conan...)
morgen vroeg op, dus hier laat ik het by...
rocco james conan ligt aldoor te brullen en wenen, namelyk met oor-pyn...
donderdag 27 april 2017
agenda
overmorgen, zaterdag, in cc deurne: victor glorieux en de jammerklacht
waar was je te woensdag
in de nova, op het kiel
voor een prospectie voor onze revue,
met janke van theater frappant,
bert buchenhout van gcv abdijstraat
en eric pyl, comedian
voor een prospectie voor onze revue,
met janke van theater frappant,
bert buchenhout van gcv abdijstraat
en eric pyl, comedian
woensdag 26 april 2017
lectuur: frankenstein, part five
DOOD DOOR VUUR
Hoe dood je het Monster van Frankenstein? Superman krijg je natuurlijk klein met kryptoniet, het Belgische stripfiguurtje Steven Sterk, van Peyo, de maker van de Smurfen, kan je pas aanpakken als 'ie een seroeuze verkoudheid heeft. Dracula moet een houteren staaf door z'n hart, een weêrwolf kan pas dood middels een zilveren kogel (in het sprookje "De twee broêrs", door de vroeg negentiende eeuwse Gebroeders Grimm, is er ook, klaarblijkelijk, een zilveren kogel nodig om een heks te vermorzelen.) Maar voor het Monster bestaat er zo geen enkele gebruiksaanwijzing.
Maar dood moét het; het wil zélf dood, nu Victor van de planeet af is; en, ja: de dood door verbranding, dat lijkt inderdaad de meest logische uitweg; de Gothic novel traditioneel gefascineerd zijnde door liefst de gruwelijkste beeltenissen van de inquisitie, met hoekstenen als het boek "The Monk" van Lewis en "The Italian" van Radcliff. Als een christelijke parabel over de strijd tussen goed en kwaad, kàn zo'n naar verlossing hunkerende slechterik als het Monster ook niet anders, dan een gratis ticketje door het vagevuur aanvaarden, met uitzicht op een zuivering van de ziel. "Of de Moderne Promotheus", zo luidt de ondertitel van dit werk - laat de titanen-zoon Promotheus nu ook, behalve een snoodaard, die uit klei van Beothië, een mens creëerde, ook een figuur zijn die naar de Goden trok, om daar het vuur te gaan stelen, om het aan de mensen door te geven - dit, enigszins tot ongenoegen van zowel Mary als Percy Shelley, die beiden tot de allereerste ideële vegatariërs ooit mogen worden gerekend; pas door de intrede van het vuur, kon de mens tot een vleeseter worden...
"Ik zal mijn brandstapel beklimmen in triomf, en mij verheugen in de foltering der pijnigende vlammen. Het schijnsel van die grote brand zal wegsterven; mijn as zal door de wind in zee worden geblazen. Mijn geest zal in vrede rusten." Rusten, rusten - het goddelijke rusten...
RUST
Nu dat rusten zo vaak ter sprake schijnt te moeten komen, kan ik het niet laten om tussendoor een versje van Coleridge aan te halen, een grote leermeester voor Mary Shelley, en vooral iemand die, als opium-verslaafde, flink wat over dromen en slapen en rusten te vertellen had. Beginnende te schrijven aan haar boek, aan het meer van Genève, slingerden er boeken van Coleridge door de villa.
Uit het gedicht "Correspondenties";
"Wat zou ik graag, zoals de Indische Vishna, ronddrijven op een oneindige oceaan, binnenin de bloem van de lotus: om maar één keer om de paar miljoen jaar wakker te zullen worden, voor telkens één minuutje - enkel om in te zien, dat ik overnieuw voor een paar miljoen jaar inslapen ging..."
BRANDSTAPEL
In zijn eigen mooie Engels zegt het Monster:"I shall collect my own funeral pile." (Ik zal mijn eigen doodsbrandstapel bijeen verzamelen (zoals Jim Morrisson zingt in "Light my Fire":"The time to hesitate is through / No time to wallow in the mire ./ Try now, we can only lose / And our love become a funeral pyre." Al heeft deze songtekst er verder, bij nader inzien, toch niet zo héél erg veel meê te maken, eigenlijk;- vergiffenis!...) Waar het Monster, temidden van die oneindige ijsschotsen op de barre Poolzee, het goed droge brandhout voor zo'n sfeervolle stapel vandaan moet sprokkelen, is niet meteen duidelijk... Maar alleszins meet hij zichzelf daarmeê het portret van de martelaar aan. Wel een zeer perverse sint - een zelfmoordenaar! Maar hij deelt het lot van Jeanne Darc (sic): die ook, eerst, zeer dringend moest worden uitgevonden - om meteen daarna echter, nog méér dringend kapot te moeten, als een brandoffer aan God zelf. (*Iedereen schrijft altijd "D'arc", maar naar het schijnt is het eigenlijk "Darc"; "komende van Arc", dit kan niet; omdat er in de contreien van Nancy nergens ooit een "Arc" bestaan heeft - maar wél een gehucht genaamd Darc. Helaas, je moét meêgaan in de verkeerde spelling, of iedereen zegt dat jij degene bent die het verkeerd heeft - story of my life...)
DOOD IS DOOD
Shelley schijnt het gewoon niet over d'r hart te hebben gekregen om het Creatuur werkelijk te zién sterven. Wél mochten aan het Monster de àllerlaatste paar zinnen van het hele boek worden uitbesteed. Hij zegt nog letterlijk "Vaarwel!", en dan volgt:"Toen hij dit had gezegd, sprong hij door het raam van de hut op het ijsvlot, dat vlakbij het schip lag. Algauw werd hij meêgedragen door de golven, en zo verdween hij in de duistere verte." (In het Engels staat er eigenlijk:"Lost in darkness and distance"; "verloren in duisternis en verte," als een stukje songtekst van Joy Division...) Doorslaggevende uitvinders doen meestal meer dan één doorslaggevende uitvinding; Edgar Allen Poe is de creëerder van de detective én van het symbolistische griezelverhaal, Lewiss Carrol is de uitvinder van de Jabberwocky én van het beschermende stoffen boekomslag, Conan Doyle is de uitvinder van het genre van de "Lost Civilisation" én van de uitdrukking "licensed to kill"; Mary Shelley heeft dus ook, naast al haar andere vernieuwingen, het welbepaalde cliché van de thriller uitgevonde, volgens hetwelke de bozerik die het hele verhaal lang wordt opgejaagd, op het einde van alles toch wél nog in leven is - zodat het griezelen en gruwelen voor het publiek nog kan blijven voortbestaan, ook nà de vertoning. De oneindige Frankenstein-sequels van Hammer en Universal alleen al, lijken hierdoor gerechtvaardigd. Rider-Haggard schreef wel degelijk een "The Return Of She," Doyle zwichtte voor het Amerikaanse financiële overaanbod van geld en schreef, nadat Holmes al in een ravijn was gesukkeld, "The Return of Holmes." Lewis Carroll schreef met "Through the Looking Glass" een vervolg op Alice. Jim Morrisson hield na zijn dood een sequel achter de hand, door zijn waarachtige lijk nooit geattesteerd aangetroffen te laten worden.
Curieus dat de later in haar leven nooit erg rijke Mary Shelley er nooit aan gedacht heeft om het Monster eens één keertje terug te roepen. Maar als we heel eerlijk zijn: het gedurige, bombastische zelfmoordvisioen is erg ingrijpend, zelfs als we het niet echt zien plaatsgrijpen, en na dat wegdrijven in "darkness and distance", zou een doodleuk toch nog eens terugkeren naar de beschaving, de inwendige logica van deze geschiendenis een drastische vorm van geweld aan doen. Naar winst hakende producenten krijgen àlles uitgelegd, maar de enige waarheid is, dat het Monster van Frankenstein toch écht wel dood is. En laat ons wel wezen: dood is dood.
dinsdag 25 april 2017
state of being, 26 april 2016
wat voorafging: mollie had, rond een uur of vyf smiddags, aan een ellentriekdraad gehangen...
terug thuiskomende van bob dylan in de lotto-arena, én van de doorluchtige charlie de keersmaeker in café de kroon, was de dag, by naêr inzien, nog niet echt gedaan. rond een uur of twee snachts liep ik door het gangetje op het eerste, voor een fles water, doch vernam ik dat mollie, op het tweede, bezig was met spastisch ademhalen - dus: eens gaan kyken; en, inderdaad: ze was werkelyk lykbleek en ondergezweet, en bibberde niet gewoon, doch beefde effenaf als een kadukke machine op haar matras weg en neêr. bovendien was ze keihard aan het klappertanden, zeggende:"ik heb kou-ou..." (noot: dit was de eerste keer in myn leven ooit, dat ik mollie kon horen zeggen dat ze het koud had.) doordat ze smiddags, zoals gesteld, een elektrische schok had gekregen, sloegen luv en kik ook byna zélf tilt. géén verbad leggen, was absurd. aldus: meteen naar stuyvenberg...
gelukkig: na enige enerverende tests (bloed nemen, photo's laten pakken, in zo'n griezelige, onmenselyke machine, en aldoor mollie die niet mocht drinken hoewel ze stierf van de dorst), kwam het er toch maar enkel op neêr, lezers, dat er zich een bronchiet zich meldde...
toch pas om vyf uur snachts weêr thuis, om dan alsnog, door myn dochter haar kuren, op de been te moeten blyven, had ik er, by het ontwaken toen de dinsdag aanving, maar een uur of drie aan slaap-tyd op zitten...
meteen richting lozanahof - voor de allerlaatste voorstelling van de zeventiendelige speelreeks in antwerpse bejaardentehuizen. die gehele toernee was een groot genoegen, doch in schoonheid eindigen, scheen ons door de heiland niet gegeven; onze microphoons piepten, door het slaaptekort bleef ik maar zeggen "dus jy ben nu 58 jaar oud," in plaats van:"dus jy bent nu 85 jaar oud," (een groot verschil), doch byzonderlyk was dit publiek opeens afgryselyk weêrbarstig en onsympathiek. wyl ik deze of gene lady, zodoende, interviewde, riep in het publiek één of andere bomma simpelweg uit:"stoppen met zagen!" of een minuutje later een andere oude dame:"wat interesseert my dit helemaal!" er werd dus aldoor luid gebabbeld en ook het personeel ter plaatse had er weinig goesting in, alleszins luidruchtig voortgaande met afwassen. en, zoals uitgetekend, ik kwam slaaptekort; met als hoofd-symptoom dat ik op een ogenblik, tot myn eigen verbazing, uit myn vel ben geschoten, met name tegen een stel mensen aan een tafel in het midden van de zaal. een witte snorremans die daar zat, bestond eruit om op zyn eigen beurt ook tegen my uit te vliegen (begrypelyk genoeg); en zo heb ik dus, live on stage, ordinair staan bekvechten onderwyl het publiek erby zat. precies iets van ricky gervais. ik kon wel sterven...
maar: niks aan te doen...
m'n begeleider harrie kwam zeggen dat ik ermeê mocht stoppen als ik wou - maar toch ben ik die gehele kelk aan het leêgen geweest tot het einde.
voor gabriella, de zangeres, was het ook niet gemakkelyk; telkens ze begon te zingen, drukten enige oma's die goed vooraan zaten, ostentatief hun oren dicht...
onthouden dat de achttien àndere optredens wél telkens heel erg goed waren, en vredelievend...
op de achtergrond speelt op het moment "tannhäuser"...
state of being, 25 april 2017
rare dagen in barakstad, ook vandaag weêr...
het duurt tegenwoordig echt vyf tot zes uurs vooraleêr ik werkelyk ben wakker geworden - met als voordeel dat ik, aldus, met myn teêrbeminde geliefde luv een lange poos netflix kon liggen bezien, alvorens effectief in "actie" te schieten (= rondbellen en -mailen, byzonderlyk voor die drie revues in de maand van mei...) dat alles is geheel niet raar - doch wel dit hier, o lezers: eerst werd, in park noord, om halfvyf in de namiddag, mollie haar fietsje gestolen, met name gedurende die éne minuut toen ze, om bloemen te gaan plukken, voor witje en chocolate, het vehikel tegen een boom was gaan zetten. exact één uur later, weêr thuis, komt mollie op handen en voeten brullend en wenend de woonkamer in gerold: beneên in de tuin was ze bovenop een barkruk gaan staan, dewelken-op eigen beurt op een tafel stond; zodoende bellen blazend, viel ze voorover - doch, o lezers: ze had geprobeerd zich overiend te houden AAN HET ELLENTRIEKDRAAD AAN HET PLAFOND (het plafond, dwz de onderkant van ons terras op het eerste verdiep); dwz mollie heeft een SUPERHARDE ELEKTROSHOCK GEHAD!! dat ze daartydens niet naar beneên is gestuiterd bovendien, is onbegrypelyk. dat ze nu gewoon weêr voortleeft als vanouds, is een zoveelste (triljardste) reden om het gesternte te gedenken, te roemen, bewieroken en te glorificeren...
intussen blyk ikzelf ook seniel, byzonderlyk op deze volgende wyze: eerst bestel ik, telephonisch, een eettafel by de tibetaan - een kwartier daarna ga ik voor het gehele gezin frieten halen. echt?? wanneer, op een ogenblik, de deurbel gaat (onderwyl ik die frieten en die bicky-burger bezig ben te verorberen), valt zelfs myn frank niet dat dit die tibetaanse traiteur moet wezen; "dat zal," zegt ook luv, "de morrie, of de luizenaap, of anders de straat-rik wel wezen,"- dwz: beter niét opendoen! maar: de kinderen gingen toch wél opendoen (ze hopen altyd dat het tony argil is, die altyd een heel erg wild hondje by zich heeft)- gelukkig: het was dus die traiteur! ik zei zelfs tegen hem, per ongeluk:"ah ja, ik was u al vergeten!"
dan maar gewoon door mekaâr gevreten: frieten met mayonaise - en ryst met currie...
van asterix op drie dagen tyds tot obelix...
om zeven uur savonds bedenk ik:"vanavond misschien toch maar eens naar bob dylan gaan zien?" het sportpaleis is hier letterlyk 300 seconden lopen vandaan. zodat ik, zonder veel nadenken, ook britney spears, bruce springsteen en zelfs de kreuners al wel 'ns ben gaan bezien; gewoon wanneer die beginnen te spelen, juist op een moment wanneer ik besef: ik moet er eens uit!
drie maand geleên had ik voor die bob dylan wel al 'ns een ticket willen bestellen, maar die website deed toen vervelend, driemaal dezelfde coda-box invullen etc, zodat ik uitriep:"fuck dit!" ook wel doordat ik steeds erg moeilyk vind, om drie maand op voorhand te gaan voorspellen waarin ik vandààg misschien goesting ga hebben. vaak moetende optreden, verkies ik het op de andere, vrye avonden meestal om myn kindjes in bed te leggen. dwz ik kan niet aan hun emotionele chantage weêrstaan, telkens wanneer ze zien dat ik uit wil.
maar: aan tafel waren mollie en rocco james conan nu juist een uur lang werkelyk ultra-communicatief geweest, dus begreep ik om zeven uur savonds: myn portie kinder-thee inmiddels al mogen opdrinken; dwz nu ertussen uit muizen, is niet echt een ramp.
daar kwam by dat myn vriend van de radio, rollie uit schoten, my reeds, via sms, de vraag had voorgelegd, of hy voor myn huis zou vermogen te parkeren; dwz: eerst niet naar myn prince-lezing komen, en dan wel, de volgende dag, om naar bob dylan te kunnen gaan, voor myn gevel komen parkeren!!...
hij liet my weten, zelf een ticket hte hebben voor op de allereerste ry...
"tot ziens," aldus ikke tot luv.
"maar heb jy eigenlyk wel een ticket?"
"totaal niet. ik zal wel zien. als het niet lukt, kom ik lekker terug naar ons berenhol..."
voor de lotto arena, zoals het daar heet, stond een drietal sukkels, ieder met eigen een ticket te zwaaien. myn instinct blies my naar de meest linkse toen. "hoeveel?" "99 euro." "hoe komt het," wilden-ik aan de weet komen, "dat je dit te koop aanbiedt?" "dit was het ticket voor myn vader. maar die is diep in de tachtig, we wisten op voorhand dat 'ie misschien niet zou kunnen." "oké dan - maar je gaat met my meê tot voorby de ingang..."
langer verhaal kort: het was, lezers, een ticketje VOOR DE ALLERVOORSTE RY, PAL IN HET MIDDEN. dwz: van alle 40.000 mensen in de arena, zat ik HET ALLER-DICHTST BY BOB DYLAN ZELF. ongeveer drie meters van hem af, met niks of niemand ertussen. ik zag zyn neushaar. hoe het geluid in de zaal was, kan ik niet zeggen, maar het geluid op het podium was uitmuntend, echt ongewoon!
de mensen naast my hadden allen 350 euro betaald voor deze plek.
terloops zag ik ook, lezers, dat myn vriend rolly, by nadere beschouwing, niet op de eerste, maar op de twééde ry zat. aldus kon ik naar hem sms'en:"ik zie dat jy op de twééde ry zit? de twééde ry - daar zou ik geen genoegen meê nemen."
bob dylan vyf keer live gezien hebbend, durf ik te zeggen dat hy alleen vandààg echt grandioos was - hoe ouder die wordt, hoe mooier die zingt. vroeger zong die zelfs lelyk. maar nu heeft zyn stem dat perfecte schuurpapier-geluid...
de mens is ervoor gemaakt om heel erg oud te worden, echt zo oud mogelyk.
toon hermans heeft wel eens het volgende gezegd over zichzelf:"nou ja," zei hy oprecht. "tot myn vyftigste was ik eigenlyk een boerenpummel." dit geldt voor de meesten onder ons.
ons antwoord op de islam (een ander thema, opeens), is niet het christendom, maar wel: ons antwoord op de islam, is de cowboy. de cowboy is de regeerder van de wereld. echt waar.
wel begreep ik meteen: dit is een fantastisch concert - maar: nu ook weêr niet nog beter dan pakweg een op dreef zynde wannes van de velde...
nadien my nog posters en een t-shirt aangeschaft, én zelfs een bob-dylan-sheriff-ster. daarna my naar café de kroon overgefloten laten worden, door de doorluchtige charlie de keersmaeker. tweemaal thee citroen.
daarjuist 250 euro moeten betalen of m'n internet bleef afgesloten - wat is dat nu weêr...
het zyn vreemde tyden, inderdaad - en het zomert byna in barakstad...
present
guido belcanto en jan de smet.
ook heel even gebabbeld met frank vander linden... en sandra devos...
maar eigenlyk werd ik zelf ook veel aangeklampt, door mensen die me dan dingen zeiden als:"jy hebt ooit wel eens in myn woonkamer opgetreden!"
ik vrees dat er maar weinig mensen zyn met zo'n gelukzalig leventje als het myne...
maandag 24 april 2017
agenda dees week
ten dinsdag: laatste editie van myn programma voor zorgcentra, ditmaal in het lozanahof
te woensdag: vergadering in de nova, op het kiel
ten donderdag: victor glorieux live in cc tessenderlo
te vrydag: opnief vergadering in de nova, op het kiel
te zaterdag: victor glorieux live in cc deurne
te woensdag: vergadering in de nova, op het kiel
ten donderdag: victor glorieux live in cc tessenderlo
te vrydag: opnief vergadering in de nova, op het kiel
te zaterdag: victor glorieux live in cc deurne
column streekkrant editie antwerpen
TEN MILES
Een schitterende zondag, zonnig en droog. Een wolkendek dat af en toe voorbijschuift, maar dan juist met de bedoeling om daarna het zonlicht in de verf te zetten. Alle straten zijn afgeblokt - mijn dochter geraakt niet meer op “Alberdienst”, haar manège te Linkeroever, en mijn moeder geraakt niet meer tot bij mijn grootmoeder, die op sterven ligt in Stabroek. Toch is er gigantisch veel verplaatsing gaande; 40.000 dappere sukkels wagen het erop: de Antwerp Ten Miles, hét meest succesvolle evenement van het ganse Koninkrijk. Een gevaarlijk evenement ook, maar dat houdt niemand tegen - neen, de vaart der volkeren gaat op Nikes, Reeboks en Salomons.
In een zeer ver verleden heb ik er eens in meegelopen. Dat moet, schat ik, vijftien jaar geleden zijn geweest. Na vele, felle trainingen in het Rivierenhof. Op een winterse vooravond verzwikte ik daar mijn enkel aan een bevrozen boomwortel, maar toch bleef ik voortrennen. “Tiens,” zei een vriendin die ik toen passeerde. “Ben jij aan het joggen??” Waarmee zij bedoelde:“Is dat joggen, wat jij nu aan het doen bent - of wat moet dat juist voorstellen?” Maar: ik ken de roes, de obsederende adrenaline - soms krijg je een waarachtige loopkick, dan kàn je gewoon niet meer stoppen - mijn record was 5 uurs non-stop doorrennen, in regenweer nog wel.
Vandaag, lezers, zit ik met een vette pens in de driezit, passief glurend door de vensters van het balkon, die uitzien op het Noord-Park. Sinds mijn vriendin en ikzelf het Tibetaanse meeneem-restaurant “Everest Quisine” in de Van Arteveldestraat hebben ontdekt, zijn er aan mijn eetlust totaal geen grenzen meer. Ik ben op vijf jaar tijd van Asterix veranderd in Obelix. “Ach,” zegt een vriend van mij, die psychiater is. “Veel van mijn klanten beginnen te joggen doordat ze seks tekort komen. Dus,” zegt hij, “Moet je eens niet vragen, die 40.000 fanatici daar nu…”
Juist op dat moment zag ik onze burgemeester komen voorbijlopen. Dertig camera’s erachteraan. Die kleine Churchill heeft er helemaal zijn eigen show van gemaakt. Mischien niet door zijn schuld, maar wel door die van de media, lijkt het onderhand bijna alsof je achter hém aan loopt, als je de Ten Miles nog meedoet...
column streekkrant editie kempen
BEERSE BAAS
In de vreselijke film “A Clockwork Orange” uit 1971, mijn geboortejaar, ondergaat een homofiele jongen een afgrijselijke behandeling: om van zijn seksuele neigingen af te geraken, wordt hij verplicht om naar erotische beelden te kijken, maar telkens wanneer een sensor gewaarwordt dat hij lust voelt voor zijn eigen sekse, worden hem elektrische stoomstoten toebedeeld. Da’s een nachtmerrie - maar voor iets soortgelijks hebben, wél met recht en reden, de jongeren van Beerse vorige week een ophefmakende prijs in de wacht gesleept: de eerste “Dr. Paul Janssen Biomedical Kids Award” - voor mensen die nu pas binnenkomen: dit gaat dus inderdaad over dé Janssen, stichter van Janssens Pharmaceutica - kerk, vorst en werkgever van gans Vosselaar en Beerse.
Die prijs van Dokter Janssen daagt lokale jongeren ertoe uit om een uitvinding te doen, eender wat voor uitvinding, en die piepjonge Paretters, zoals inwoners van Beerse nu eenmaal worden aangeduid, die hebben er inderdaad iets machtigs op gevonden:“SigaTrill” heet hun uitvinding; alleen al die zeer gestroomlijnde merknaam, verraadt dat hier kinderen aan het werk zijn, wiens ouders de kinderen waren van ouders die ook op hun beurt weer bij Janssen hebben gewerkt - en dit tot in de vijftiende generatie. Het kleinood werkt eenvoudig: de kinderen hebben een armband uitgevonden, die automatisch keihard begint te trillen van zodra die met sigarettenrook in aanraking komt! Nog een sigaret willen opsteken, zal niet meer haalbaar zijn; je bibbert te erg, je aansteker zal langs je eigenste puntneus trillen, die er dus ook niet zonder brandblaren vanaf zal komen!
Kempenaren schijnen door polsbandjes wel geobsedeerd, want: exact diezelfde dag werd er in een woonhuis in Rijkevorsel op zeer professionele wijze ingebroken - maar: het enige dat werd gestolen, waren vijf oude zakhorloges. Meer niet. Na enige tips aangaande “een verdacht rijdend voortuig” - wat dit ook moge betekenen -, wisten de politie en de inspecteurs van de Voorkempen de schurk na een halfuur al te onderscheppen. De horloges zaten verborgen onder zijn reservewiel. God weet was één van de agenten aan het roken, en waren die horloges daardoor vanzelf beginnen te trillen… Want alles heeft toch altijd met alles te maken...
zondag 23 april 2017
lectuur: frankenstein
enkele zinnen uit "FRANKENSTEIN"
Over de jaren verspreid heb ik op deze blog
al erg veel gezeverd
over Mary Shelley,
de schrijfster van Frankenstein,
en ook soms wel over sommige Frankensteinfilms; maar eigenlijk nog nooit echt
met enige noembare focus
op de tekst van het boek zelf. Daar komt nu bij deze verandering in, - applaus!...
CALEB WILLIAMS
Zo zijn Victor Frankenstein en het Monster dus aan de wereld voorgesteld. Eerst het ondode Monster, dat zich haastig aan het verwijderen is, vervolgens de reeds halfdode Victor, die bezig is, het Monster achterna te rennen.
De beweging van het hele boek is deze: eerst, als een inleiding, achtervolgt Victor het Monster (in die zin, dat hij het überhaupt, en vurig, wil proberen te creëren); maar algauw wordt hijzelf jarenlang door het monster achtervolgd, dat is de hoofdmoot van het verhaal; en ten slotte, op het einde, jaagt hij weêr zelf op het Monster, dat van hem wegrent, letterlijk tot aan het eind van de wereld.
Met het thema van zo'n oneindige, levenslange achtervolging tussen twee mensen, heeft Shelley kennis kunnen maken dankzij haar eigen vader, Godwin, die, behalve polemist, pedagoog en boekhandelaar, ook romancier was, toch zeker in zijn vroege jaren, toen hij ondermeer, in 1794, het boekje "De Avonturen Van Caleb Williams" publiceerde. In deze "politieke Gothic novel" ontdekt een secretaris van Graaf Falkland een ontzettend geheim van zijn baas; hij vlucht weg, maar de Graaf snelt hem achterna. Dit, tot in de verste wildernis. Geen wonder dus, dat Shelley haar boek oorspronkelijk, zelf anoniem blijvend, opdroeg aan "William Godwin, auteur van Political Justice, Caleb Williams, etc." De beide boeken zijn het verslag van een achtervolging. Caleb Williams heeft éigenlijk veel bewondering voor Graaf Falkland, die hij als z'n vader beschouwt, en wanneer hij die voor het gerecht daagt, gaat hij éigenlijk ten onder aan gevoelens van spijt. Precies gelijkaardig, erkent het Monster Victor als zijn creator. Wanneer Victor helemaal op het einde van alles komt te overlijden, heeft voor het Monster het leven geen zin meer.
DUBBELGÄNGER
Victor en het Monster zijn elkaârs tegenhanger. Als ultieme vijanden kunnen zij niet zonder elkaar, ze hangen aan elkaar vast. Vooral in zijn koortsachtige streven om het Monster voor de buitenwereld geheim te houden, is dit boek zowat dé blauwdruk voor misschien de grootste dubbelgangers-fictie ooit, Stevensons "Doctor Jeckyll And Mister Hyde" (1886). Ook de meeste klassieke superhelden (Superman, Spider-Man, de Hulk, ...) hebben een identiteit te verbergen, waardoor zij zich fundamenteel eenzaam weten.
Toch is de ergst denkbare lezing van het boek Frankenstein wel de zuiver psychologische lezing, waarbij het Monster dan niet meer zou zijn dan een soort hallucinatie, een "afsplitsing van het onderbewuste" van Victor (dat is het soort lezing waar de allereerste verfilming voor tekent, dwz die van Edion.) Dit wil dan echter zeggen, dat je op het einde van het gehele leesboek als betoverd lezer tot de conclusie zou moeten komen, dat het "allemaal maar een droom" is geweest - hét failliet van de vertelkunst!
GOETHE EN DE DOPPELGÄNGER IN DE TIJD
In de litteratuurwetenschap bezigt men gangbaar de duitse term "doppelgänger", dankzij de Duitse romanticus Jean-Paul (1763-1825)(zie: prent), die er als eerste meê op de proppen kwam. De meest indrukwekkende dubbelganger in het echte leven (al dan niet écht authentiek), komt natuurlijk van Goethe, zoals die er in zijn monumentale autobiographie "Waarheid En Dichting", in hoofdstuk 11, over schrijft, zijn eigen, waarachtige dubbelganger te hebben gezien. Na een hartverscheurend afscheid van zijn geliefde Frederike, beweegt Goethe zich weg van haar, gezeten te paard; algauw komt een ander ruiter te paard hem in tegengestelde richting te passeren. Niet met zijn lichamelijke oog, maar met zij geestesoog ziet Goethe dat hijzélf die andere persoon is, maar dan in kleêren die hijzelf nooit had gedragen. Zeer spookachtig... Schrander wordt de Doppelgänger hier gedefinieerd als één en dezelfde persoon - maar dan ontdubbeld door de tijd. Die ander ben jijzelf - maar dan op een ander moment in de geschiedenis.
Het krioelt natuurlijk van dubbelgangers in de letteren; het personage is ook een dubbelganger van de schrijver, dat alleen al; maar aankruisenswaardig is zeker de dubbelganger in "Promotheus Unbound", een werk van Mary's echtgenoot Percy Shelley. In dit voor hedendaagse lezers wel moeilijk te consumeren gedicht komt het hoofdpersonage Zoroaster op een ogenblik zichzelf tegen, wandelend door een grote tuin.
SPOILER ALERT
Om te voorkomen dat deze uiteenzetting nu toch wél, nolens volens, een samenvatting zou worden van het Frankenstein-verhaal, springen we morgen meteen over naar het éinde van het boek, en pas later naar een telbaar aantal passages in het midden. Voor mensen van mijn generatie, geboren rond het jaar 1971, was de "spoiler" nog iets vermijdenswaardigs, inderdaad iets dat "verbrodt", maar voor lezers die vandaag prille tieners heten, zo heb ik gemerkt, is de uitkreet "spoiler alert" juist een meerwaarde geworden; dié gezwinde generatie schijnt er juist tuk op als van bepaalde verhalen het einde, zelfs zo snel als maar kan, wordt verklapt. En da's een zeer goeie zaak; de depreciatie van het plot, zou de opwaardering van de alinea kunnen behelzen (let wel: inderdaad met de nadruk op zou...)
Abonneren op:
Posts (Atom)