zondag 11 juni 2017

postkaart

morgen ben ik terug uit wissant, en gaat dit bloggen weêr voort zoals gewoonlyk; zoals nu reeds byna twaalf jaar lang elke dag.
    vandaag enkel deze prent van lord byron, die de holocaust van de verdronken shelley bywoont, en hieronder een willekeurig gedicht uit myn gedichten-trommel...






een poëem dat hier al eens eêr te lezen viel, namelyk op 5 september 2016;






TWINTIG ZESTIG

anja zette my af
aan het kruispunt van de singel
met
de grote steenweg.

waar m'n voettocht begon

in smal schoeisel,

niet zonder eerst ook

een saluutschot
van

haar twee door luizen getergde kinderen

op de achterbank.

het was een zondag,

dus hier of daar zag ik een jood,

en achter hem de onmetelyk diepe putten

van een bouwwerf,

de slapende bulldozers

in klamme modder.

en

hier of daar ook
een coiffeur die nog open is...

de buurt waar ik woon,

begint in zwerfvuil,

waar een kaalgeschoren jongen van zestien

tegen de huisgevel
van een bewoond krot
staat te zeiken

terwyl zyn pools aandoende, halfnaakte moeder

hem staat uit te kafferen
in een yzingwekkende on-taal.

de buurt waar ik woon,

begint by de kapotgeslagen vitrines
van een winkel voor sport-weddenschappen
en tele-kaarten.

zelfs die nachtwinkels

waar afrikaanse vrouwen
hun pruiken kopen,

zyn voor deze buurt

al van een té hoog niveau.

myn buurt begint

waar sommige marokkanen en/of albanezen
by iédere bocht die ze maken,
hun banden laten piepen
en krysen en schuren

en die zelfs optrekken

wanneer ze een pààr meters voor zich
het licht op rood hebben.

die
claxoneren om niks.

waar roetfilterloze stadsduiven
maar één poot hebben,

uitgeteerd op zoek
naar dé finale mesthoop
om in te creperen;

daar
is de buurt
waar ik thuiskom.



1 opmerking:

Uwes zei

Een opgeladen terug dicteert het goed-doende-weggeweest

Misschien kom ik morgen op de weg terug uit bij mijn verstand.
Duurde altijd langer dan even wanneer ik weerom kwam vanuit Wissant

(de plaatsnaam in het Nederlands uitgesproken, rijm, u kent het wel)

Thuis zijn. Thuis, een plaats waar rede en bestaan elkaar goed verstaan.
Afgelopen week dook het op in een liefdesgedicht. Heh, wa? Hoe dat dan?

Awel, je gaat zitten, voelt de afwezige blik op je gelaat verschijnen,
ziet een scene voor je en in niets van besluiten stuurt de drang je te uiten

Het beladen woord "liefde" hierin breedgedragen. Zo een hoogst viriele warmte
kan in de dag worden neergelegd vanuit bewondering en geraakte gevoelsopnamen

Welke zich niet enkel voortplanten in een nabij komende honger naar een medemens
van hetzelfde of het andere geslacht. Meer bezieling waarop 'n hymne des harte wacht

Hierna zal het vanuit ongrijpbare kadering voortgaan reizend door de fotoarchieven
der geest. Wissant altijd goed voor je geweest. Binnenvallend licht, de verlaten fabriek

De aanstichter van dit vers gelukkige, rijk gevulde dagen toegewenst. Rede en bestaan.
Een opgeladen terug dicteert het goed-doende-weggeweest. Door de dagen om te dromen

Uwes