zaterdag 9 februari 2019

ONS FEUILLETON

wat voorafging:

een moord gepleegd hebbende op een bekende vlaming, schynt onze held jonathan druyts zich inmiddels te willen verdrinken in het lobroekdok...





DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN

feuilleton in 40 afleveringen
door don vitalski









AFLEVERING 30

heel eventjes kwam onze held, jonathan druyts, dan toch weêr boven water, tot juist aan zyn neus; niet omdat hy dit wilde, maar omdat de dingen vanzelf zo verliepen. met zyn twee ogen aanschouwden-'ie de nat glinsterende verlichtingen bovenop de verre brug, en ook de koplampen der vrachtwagens die langs die brug voorby-reden; maar dan zonk 'ie weêr onder, dieper nog dan tevoren. de zwaarte van het modderige yswater, zo koud als een industriële diepvriezer, bleek hem, als met kwaad opzet, dieper en dieper meê naar beneên te zuigen, net zolang tot 'ie zich voelde neêrzinken op de bodem, en voor een deel zelfs in de bodem. hy was er klaar voor om, zo op de valreep, zyn eigen, integrale bestaan nog in sneltempo te zien voorbyflitsen, zoals dit toch placht te gebeuren in dit soort omstandigheden; "als waren-'t een film, je hele leven nog eens bekyken..." maar neen, lezers; zelfs dàt soort van afscheid scheen er niet meer van te mogen komen. hy kwam horizontaal in de bodem van het kanaal te liggen, ingevroren gekortwiekt als een volstrekt levenloze visstick. nu nog rap, vol van dit tragische begeren, aan cindie, zyn geliefde willen terugdenken? ook dat lukte niet meer. hy was definitief bezig met doodgaan - wat niet alleen voor hemzelf goed jammer was, maar ook voor de geschiedenis van de vlaamse litteratuur. hy was, wat heette, een "held van onze tyd", en de feuilletons waarin hy voor ons de hoofdrol speelde, die waren voor ons, behalve spannend, op een ongrypbare manier toch ook altyd, om het zo te stellen, leerryk geweest. zoals jonathan, als de mens die hy was, doodging hier in het water, precies op diezelfde manier begon hy als personagen-hier nu ook op te lossen in zinsbouw, in letter-volgorde, in krachteloze leestekens op het scherm van onze laptop - vaarwel!
    maar toen gebeurden-er iets vreemds - het eerste wérkelyk vreemde iets, dat vandaag plaatsgreep - daar alle voorgaande bezigheden telkens nog min of meer gepland waren. hy voelde in zyn broekspyp iets naar binnen kruipen - het kon niet anders, lezers, of het was een rivierpaling, welke vissoort hier inderdaad rondzwierf. de paling, of was het een zeer lange, zeer glibberige dunne snoek, worstelde zich verder en dieper nog in zyn kleêren naar binnen - op zoek naar warmte? te vreemdsoortig was dit voor woorden - maar algauw was dit gladde beest langs zyn linkse, pynlyke knie tot aan zyn billen gekropen, en dààr begon die paling inmddels, zo geleek het, naarstig en geconcentreerd, alsof het ervoor gestudeerd had, aan jonathan zyn poepgat te knabbelen, niks anders. hy was aan het doodvriezen, hy was bezig te stikken - maar: dat knabbelen aan zyn kont was véél erger nog - paradoxaal genoeg kriebelde het zelfs ook ondraaglyk. om dit groteske gegeven maar gauw kort te sluiten: om aan die gedurige, ondraaglyke marteling, die vissenbek in zyn teêre vel, toch maar te trachten te ontkomen, verhief onze held zich dus toch nog, ondanks alles, opwaarts - na die al vele, eeuwigdurende minuten van sterven; hy reikte zyn hand uit, en twee vingers daarvan, kwamen toch nét weêr boven het oppervlak uit, tot juist aan het fel beregende wateroppervlak.
     een man in een regenfrak die daar passeerde, wist jonathan by de hand te grypen, en weêr aan land te trekken - en dié mens, door wie jonathan werd geredde, die heette, naar we dit weldra aan de weet zouden komen, "servais" by zyn voornaam - en by zyn familiemaan "verherstraeten".

WORDT VERVOLGD
    



Geen opmerkingen: