Zij klonken op elkaars gezondheid. Op zijn beurt hield hij het gesprek gaande door met een zweem van nieuwsgierigheid naar hun persoonlijke achtergrond te informeren. Roxanne en Yvette werkten als styliste bij het beroemde modehuis Lanvin, terwijl Gina directrice was van een lyceum, waarin Marie les gaf. Daarnaast kreeg hij een resem details over hun privéleven. De amusante ontboezemingen gingen met zoveel geschater gepaard dat hij hen ervan verdacht zijn Amerikaanse sprong in de fantasie te willen overtroeven. ‘Hello, big spender! Shall we dance?’
‘Is hier een dansvloer?’
‘Jazeker! Een kleine. Daar, achter dat scherm.’
‘Ik beweeg eigenlijk niet zo vlot. Heb geen gevoel voor ritme. Dans eerder vierkant!’ bekende hij. ‘Kom, ik geef een rondje!’
‘Eén dans is al genoeg, hé girls?’
‘Yes!’ klonk het eenparig. Met wie wil je beginnen?'
Hij keek naar Marie. Het muurbloempje had nog geen woord gezegd. Hij vroeg zich af wat de reden was waarom hij zo resoluut haar naam uitsprak. Zij was minder verleidelijk dan Yvette, minder weelderig dan Roxanne en Gina. ‘Laten we wachten op een tango.’
Terwijl het vermaak doorging, gooide hij af en toe een blik naar de hoogste vensters van het flatgebouw.
‘Zoek je iemand?’
‘Mijn vriend is niet thuis. Hij woont ginds op het hoogste.’ Hij wenkte de kelner. ‘Iedereen hetzelfde! En voor mij een pakje Gauloises bleu.’
Stilletjes had hij gehoopt dat het dansen door dat vele gebabbel vanzelf uit alle gedachten zou wegebben. Maar te vlug klonk er ‘Le plus beau tango du monde’, - een Franse versie uit Argentinië.
'Een samba,' beweerde hij. Te laat. Marie kreeg een por. De vierkante stoethaspel kon er niet onderuit.
Gelukkig maakte het scherm dat ze door niemand werden gezien. Het alleen-zijn met Marie, neigde hem tot vertrouwelijkheden. ‘Yvette had het juist,’ fluisterde hij haar tijdens zijn onzeker wiegende stappen in het oor. Hij leidde haar hand naar het wapen in zijn binnenzak.
‘Dus toch?’ In plaats van weg te lopen, drukte ze zich nog vaster tegen hem aan. ‘Grappenmaker!’
'En wie ben jij?'
‘Wie ik ben, heeft geen gelang. Ik ben zowel niemand als iedereen!’
De waarheid van ‘niemand of iedereen’ achterhalen, heeft geen zin, begreep Joseph. Dat verhaal zou nooit ophouden. Praten hadden ze trouwens al genoeg gedaan; ook dansen. Hij bleef staan, drukte een zoen op de geverfde lippen van ‘niemand en iedereen’. Vastbesloten om moeders handje voor altijd los te laten, vroeg hij haar adres: de zo begeerde plaats met bed van zowel niemand als iedereen.
‘Rue de Babylone six, deuxième étage. Hier in de buurt.’
Hij zei: ‘Tot straks!’ Verder niets. Geen beloften.
Gina verwelkomde hem met het nieuws dat er ondertussen licht brandde op het hoogste. Dat was langs de kant van de Duitser.
‘Jammer, in dat geval moet ik er snel vandoor!’ Hij ledigde zijn glas en gooide een biljet van vijftig op tafel, hopend dat het verschil van zijn bijdrage met het werkelijke bedrag voor een big spender meer dan voldoende zou zijn.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten