63.
Om zich van zijn bagage te verlossen, had hij zich opnieuw naar het hotel aan de Gare du Nord begeven.
‘Het spijt me, ik moet u een andere kamer geven,’ zei de receptioniste.
‘Doet u maar! Heeft u nog een boodschap voor me?’
‘Gister kwam er een oproep van een dame met de vraag om haar op te bellen! Vermits u vertrokken was, heb ik het nummer weggegooid, jammer! O, maar wacht eens...’ De receptioniste boog zich om in de afvalbak te gaan snuffelen. ‘Hier!’ riep ze, een papiertje triomfantelijk in de hoogte stekend. ‘Een plaatselijk nummer.’
Joseph gaf zijn goedkeuring om een telefoon naar zijn kamer te brengen. Terwijl een arbeider het toestel installeerde, friste hij zich op door zijn suffe hoofd onder een koude waterstraal te houden. Ze waren gelijktijdig klaar.
Alweer zo'n ouderwets toestel waarbij de wijsvinger in een schijfje moest om het nummer te draaien. ‘Justine hier! Hé, jij was toch in België?’
‘Eventjes! Ik ben weer in mijn hotel. Wat is er?’
‘Een dringende boodschap! Kan ik naar jou komen?’
‘Gaat het niet langs de telefoon?’
‘Liever niet!’
‘Ik wacht op je in de lounge!’
Joseph nam de lift, bestelde een broodje met koffie en ging op zijn vertrouwde plekje zitten. Nog terwijl hij zich te goed deed, kwam ze binnenwaaien. Hij zwaaide naar de ober. ‘Jij ook koffie?’
Justine gooide haar mantel over een stoel en kwam tegenover hem zitten. ‘Keer terug naar België. Je leven is in gevaar!’ Haar stem klonk koortsachtig hees.
‘Dank je! Hoe zit het met Marije?’
‘Vandaag of morgen komt zij naar huis. Daar hoef jij echt je vel niet voor te riskeren!’
‘Je zit wel diep in de stront, hé? Ik heb net een vermoord jong meisje geïdentificeerd. Ene Joan uit Hull!’
‘Murdoch is haar familienaam. Park Grove, elf.’
Op weg naar het schavot of een veroordeling tot levenslang door een hardvochtige rechter, dwong hij haar nu al de eerste stappen te zetten: ‘Wist jij wat dat Britse meisje te wachten stond?’
‘Ik zweer het! Ik was niet op de hoogte!’ De beklaagde sloeg haar handen voor de ogen. Haar bovenlijf schokte. Joseph probeerde deze emoties als komedie te doorzien.
De kelner bracht de koffie. ‘Non, monsieur! Non!’ liet de man zich ontdaan ontvallen. ‘Altijd een heer blijven. Un gentleman qui est toujours amical avec les dames!’
Toen hij weg was, trok Joseph haar handen weg, zodat hij in haar betraande ogen kon kijken.
‘Men had me wijsgemaakt dat ze zwanger was en dat ik zolang op haar moest passen.’
Dit keer zou hij niet zo goedgelovig zijn om weer in dezelfde val te trappen. ‘Waar is Lima nu?’
‘Weet ik veel! Ik leef al een paar dagen ondergedoken. Zijn bende van vier hield me in de greep! Van mijn speelschulden zou ik hem elke week een schijf afbetalen. In ruil daarvoor deed ik wat voor hem.’
(WORDT VERVOLGD...)


























Geen opmerkingen:
Een reactie posten