zaterdag 11 april 2020

ONS FEUILLETON


"DE INDRINGER"



feuilleton in 20 afleveringen


door don vitalski





wat voorafging: pjotr lavaski is in een reiskoffer gekropen, en daarna tot zyn verrassing door iets of iemand weggedragen geworden; wanneer hy er weêr uitkomt, blykt hy zich in een hoogst onwelriekende paardenstal te bevinden, waar hy niks herkent...









7.
"daar ligt die andere koffer dus toch," dacht pjotr lavaski, al was dit zelfs by zyn eigenste wetenschap een volmaakt staaltje waanzin; de vormen op de grond waar 'ie, zo in het schemerdonker, tegenaan loerde, hopen opgedroogd gras en reeksen vochtuitslag op stukken ziek hout, die hadden niks, maar dan ook werkelyk helemààl niks gemeen met iets dat zelfs maar in de verte zou mogen doen dénken aan een soort van koffer. de harde regenval, die toenam in plaats van te verminderden, scheen hem nu eenmaal, begreep 'ie, het logische nadenken onmogelyk te maken. zo simpel was het.
    hy zette nog een paar zeer moeilyke stappen dichterby, by iedere pas zyn enkels verzwikkend. waar 'ie eerst, met inspanning, die begeerde tweede koffer had willen vermoeden, ontwaarden-'ie inmiddels, totaal ontgoocheld, de naargeestige, vreemd weêrglimmende contouren van een paar walgelyke stapels by mekaâr gesmeten mest. nog iets verderop, in een érg donkere hoek van de stal, zag onze held, met een nog hardere schok, de aanwezigheid van een levend creatuur - de rug, zelfs de diepere onderrug van een mens die, zo geleek het, bezig was met, in een hurkende beweging, zyn gevoeg te doen, niks minder. hoewel hy dit niet wilde zien, volgde pjotr toch hoe het gebeurde; hoe de meest rare, weêrzinwekkende, langwerpige, groteske soorten van uitwerpselen zich uit dat brede, zwarte, duister behaarde achtersteven losweekten, om bovenop de andere stront die daar al lag, neêr te landen. daartydens liet er zich een kreunend en puffend gesteun vernemen,- "aaaahh!!... hhumpffff!.... aaaaa-aaaaah!!..."
    "ik moét weg," dacht pjotr lavaski nog slap. maar: toch bleef 'ie staan. net zolang (voor wie het naging), net zolang totdat ze dit vervelende tafereel achter zich hadden. daarna draaiden-het grote, van schraal vel en lelyk schaamhaar voorziene figuur zich naar hem om. "ik begryp het," dacht pjotr lavaski strak. "het is," dacht hy voort, "het is een minotaurus - zoals in stripverhalen."
    deze volmaakt akelige verschyning voor zyn neus, inderdaad een zeer klassieke minotaurus was het, bewoog zich meteen veel dichter naar hem toe - maar, zo begreep pjotr lavaski, door dit wezen nu zo ogenblikkelyk, en meteen ook zo trefzeker, te hebben gedetermineerd,- dwz, dus, als zynde "een minotaurus - zoals in stripverhalen"-, hierdoor was 'ie er toch in geslaagd om, godlof!, alvast niet metéén helemaal psychotisch te hoeven te worden; om alvast, bedoelden-'ie, niet metéén helemaal letterlyk te moeten versplinteren van angst en vervreemding. dit was létterlyk een mens met een stierenkop - dus: niét was het een figuur met een masker  voor, of ook niet een geprojecteerde tekenfilm of iets dergelyks; die zekerheid was er, doordat je vooral die unieke stank van dit wezen niet kon weêrleggen - dit was een stank, door mensen niet mogelyk om verzonnen te worden.
    "ben jy hier ook al voor trixie?" sprak de minotaurus - althans, iets in die ààrd sprak 'ie toch uit... zyn woorden byzonder slecht verstaanbaar, qua articulatie enigszins te vergelyken met hoe een mens met een zogenaamd "vals gebit" zou klinken, wanneer die, nolens volens, zou spreken terwyl dit valse gebit zelf niet in zyn mond zou zitten, maar in een glas water op zyn nachtkastje.
    ik weet niet, dacht pjotr, ik weet niet wie die zogenaamde "trixie" helemaal is, over wie die het heeft... maar: toch sprak pjotr deze volgende woorden snel uit; hy articuleerde duidelyk:"ja, dat klopt." want, zo had 'ie schichtig geredeneerd: als 'ie tegen die minotaurus nu meteen de waarheid zou hebben verkondigd, namelyk: door dat figuur voor zyn neus, meteen te hebben toegegeven, totààl niet te weten over wie dit ging, volstrékt niet begrypende wie die "trixie", of die "traxie" of die "troxie", helemaal was, die die vermeldde - in dat geval zou pjotr meteen tegen de verwachtingen van die minotaurus in zyn gedruist. en dat geleek hem, binnen deze omstandigheden, een zeer slecht idee. er was, op één of andere manier, iets kalms aan dit menselyke dier - of: aan deze dierlyke mens, misschien eêr... maar: tegelyk kreeg pjotr de stellige indruk dat die kalmte maar iets oppervlakkigs was - dat deze minotaurus die kalmte, met andere woorden, ieder ogenblik zou kunnen verliezen, door eender wat voor miniems dat zou kunnen voorvallen.
    "geen zorgen," zei de minotaurus traag. "je mag wél met haar vryen, maar niét verliefd op haar worden." hy sprak nog, optenief zo uiterst gebrekkig articulerend:"je zal het axioma wel kennen," sprak hy, "dat ik natuurlyk wel verliéfd ben op trixie - maar dat ik myn legendarische lustgevoelens meestal botvier op runderen; dat wil zeggen: op koeien, maar ook op ezelinnen, al zeker wanneer ik gedronken heb. haha!"
    met zyn kolossale kop, maar meer nog met, aan weêrszyden van die kop, zyn bolronde twee oogbollen, zoals die glommen, kwam deze stinkende minotaurus, met alle vliegjes ook rond hem, nog dichter by het aangezicht van onze hoofdheld pjotr lavaski te hangen. de minotaurus keurde hem, en sprak dan uit:"ik ben jou - nog niet - zo dikwyls - tegengekomen... draag jy - een masker?"
    met één enkele, reusachtige beweging, als met een yzeren tang zo erg klemmend, greep deze groteske minotaurus onze held helemaal beet. "wie bén jy! wat - doé jy hier! ik... - ik kén jou helemaal niet!!"

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: