maandag 11 februari 2019

ONS FEUILLETON

wat voorafging:

jonathan druyts heeft een bekende vlaming vermoord. hy valt of hy springt in het lobroekdok, maar wordt ternauwernood weêr aan land getrokken - door niemand minder dan servais verherstraeten, die daar toevallig schynt te passeren.





DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN

feuilleton in 40 afleveringen
door don vitalski








AFLEVERING 32

zo was het gekomen dat, een halve minuut later, onze hoofdheld, jonathan druyts, languit en plat op zyn buik op de oever was komen te liggen, ademend in de zwarte modder, zyn vingernagels ook diep in die modder.
    "wat te doen?" dacht servais verherstraeten koortsachtig. met hoeveel moeite niet, lezers, had hy, met gevaar voor eigen leven ook, die snuiter uit het yswater weten op te vissen? maar wat nu? dat scharminkel, dat het was, naar zyn auto proberen te dragen? om dan over te brengen naar een hôspitaal? neen, niet haalbaar; "dat chique, kraaknette voertuig is niet van my, maar van die twee fractie-assistenten... terwyl dit slachtoffer hier voor myn neus, dat is van stinkende modder doortrokken, van slyk en smerig yswater, van algen en vieze wieren - smeriger," dacht hy nog, "dan 'the creature of the black lagoon'!!" (vanuit litterair oogpunt was dit  wel, gaf de schryver dezes toe, een misplaatste vergelyking; daar verherstraeten toch met zekerheid niet vertrouwd zou kunnen zyn met "the creature of the black lagoon"?; maar: oké, de lezers konden dit volgen, als ze het wilden...)
    diep hurkend neêrgebogen onder zyn eigenste kromme, sidderende paraplu, dewelken-'ie op de grond had neêrgezet, pakte de cd&v-politicus, die 'ie was, zyn smartphone uit de binnenzak van zyn overjas, van plan een ambulance te bellen - al heette, in dit barre onweêr, zelfs dié onderneming  ronduit tegengesteld aan lollig. zyn natte vingers rilden, de slagregen droop in zyn ogen...
    ondertussen kwam jonathan druyts weêr wat by positieven. hy draaide zyn gezicht van de grond weg, voor meer ademlucht - en begreep onmiddellyk de identiteit van die kortharige, niet zo erg grote, bedryvige mens bezyden hem - dat was, natuurlyk, servais verherstraeten - hoewel: wat deed die mens dan hiér? op dit uur in de vroege nacht?
    meteen daarop zag jonathan die smerige rivierpaling ook ineens. die kwam uit zyn linkse broekspyp weêr tevoorschyn gewenteld... en dat gaf onze held een schok, door dewelken-'ie opveerde...
    hy draaide zich nog meer om. al doende, stootten-'ie een reutelend geluid uit; "gaat het? hou vol!" sprak servais verherstraeten meteen, onverdroten voort-prutsend aan zyn telephoon. "hou vol - ik bel u een ambulance!..."
    "niet - doen," dacht jonathan, eêr krachteloos. "niet - niet... doen..."
    en die slang glipte terug in het water...
    immers, lezers, jonathan druyts begreep dit volgende, hier alles by mekaêr: er was, tot dusverre, nog steeds niks verloren... toch niet écht... hy was aan die agenten ontsnapt, hy was aan zyn onmiddellyke doodsstraf ontsnapt... en nu dus ook, zagen we, lezers, aan zyn zelfmoord was 'ie ontsnapt. dus - wat stond hem te doen? een zeer uitgebreid voornemen kwam hem voor de geest: hy moest op jacht naar dat pryzen-geld van zyn moeder, die de staatslotery had gewonnen; want dààrmeê moest hy naar frankryk zien te verdwynen, vannacht nog; om vervolgens, naar 'ie dit berekende, op die overzetboot te zien te geraken, die vissersboot van zyn beste vriend, buckie - dàt zou misschién nog integraal mogelyk zyn, zo snapten-'ie. "zodat ik dan elders, in engeland wellicht, een nieuw leven kan aanvatten - niét in londen of zo, maar in een dorpje, liefst ergens in de bossen!" ja: dààr kon jonathan zeker nog voortleven, als een rivier-visser naar wie niemand omkeek - en zelfs, zo dacht 'ie byna ontroerd, zélfs zou het,- met véél geluk, dat welzeker -, zélfs zou het misschien nog haalbaar zyn om... godlof!... help, onze held!... om ook cindie daar naartoe te laten komen? ja, optenief met dat pryzengeld van zyn moeder... als onder een gedurige bliksemschicht, zo trefzeker en helder, zag die arme jonathan druyts dit volgende plotseling voor zyn twee oogbollen helemaal uitgetekend: een blokhut in het zogenaamde lake district, en hyzelf die daar dan, in een wit hemd getogen, in de voortuin van die blokhut, een eikenboom stond om te hakken - onderwyl cindie hem aankeek vanuit de deur-opening; en - god! godlof! mét zelfs een kleine baby op haar twee armen - hààr baby, maar ook zyn baby was het - dwz hun baby!- een baby van hun met twee!!
     nooit eêr in zyn leven had jonathan zo'n droom gehad...
    maar: die servais verherstraeten, die hier was, die was dus van plan, een ziekenhuis te gaan opbellen. zelfs was die gozer daar al meê doende - "alstublieft, een spoedgeval, een drenkeling, ja! die is byna verdronken!"- hy vroeg aan jonathan:"hoe héten deze dokken?"
    neen! begreep jonathan slap. dit mocht niet gebeuren!...
    "aan het sportpaleis!" sprak servais nog meer in zyn telephoon. "kom ons hier vinden, wy wachten op jullie, hier in de regen - aan die dokken, vlakby het sportpaleis!"
    "ik... ik dàcht van niet," zei jonathan druyts. en met een soort van oerkracht, die het was, drukten-'ie zich geheel en integraal terug overeind. hy greep naar zyn eigenste, naarstige redder, en geraakte tot juist by diens kraag - een kraag met een das, een filosophische versie van mister bean; "wat - wat doe je!!" riep servais verherstraeten verschrikt.

WORDT VERVOLGD  
    

Geen opmerkingen: