dinsdag 19 februari 2019

ONS FEUILLETON - DE LAATSTE AFLEVERING

wat voorafging:

een tezamenvatting van al het voorgaande heeft hier geen zin meer, want hier nu ogenblikkelyk volgt de àllerlaatste aflevering van de gehele serie...




DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN

feuilleton in 40 afleveringen
door don vitalski









AFLEVERING 40


terwyl ze nog meer dichterby kwam, herkenden-'ie deze barmeid wel degelyk - zeker niet metéén, lezers, maar wel juist byzonder geleidelyk aan, als een dieptezicht dat zich slechts in trage, opeenvolgende stappen aan hem openbaarde. hy herkende die brede, paarse mond van haar, en haar getaande, maar toch aantrekkelyke gelaat, met daarin die brede, hoge wenkbrauwen en dat beweeglyke, juweelachtig blauwe paar ogen - larissa dekeyser; die ooit, gigantisch lang geleên, karweien deed op het secretariaat van de DOVO, met name toen jonathan daar nog maar pas was aangeworven.
    eerst, kortstondig, kwam dit treffen hem voor als iets volstrekt ongerymds, en nog meer als iets kwalyks, iets waardoor zyn plannen, alsnog, in de war zouden kunnen worden gestuurd. meteen daarna echter, begreep 'ie vanzelf:"waarom zou dit raar moéten zyn? eigenlyk? we zyn in calais, niet in kinshasa." waarmeê 'ie bedoelde, dat zy hierzo, alles by mekaâr, nog redelyk dichtby huis waren. alle meest ongerymde dingen waren mogelyk, zolang onze verbazing daarover maar heftig genoeg was.
    en ook snapte jonanthan druyts gauw daarna:"ons treffen hier en nu, zal wel minder een hinderpaal betekenen dan wel juist een zegening." want: àls hier, tegen zyn voorgevoelens in, toch wél nog rechercheurs en/of politie-agenten en/of douaniers zouden komen binnenvallen, in dat geval zou jonathan van die mensen meer aandacht tot zich zuigen door hier in zyn ééntje te zitten, angstig turend door de glasgordynen, dan wanneer 'ie hier een soepje en/of een koffie zat te nuttigen: in gesprek met zo'n volkse, nogal burgerlyk aandoende blondine die hier woonde, en die hier by de buren bekend was, als een jonge, onschuldige moeder van twee kinderen.
    larissa zette zich by hem neêr, klaarblykelyk zonder zich eerst te beginnen af te vragen of jonathan hiermeê wel zou zyn opgezet. alles aan haar was spontaan en zelfs guitig. honderduit begon zy te babbelen en te twetteren - over haar leven, over het waarom van haar verhuizing naar frankryk - en meer nog over de reden waarom zy, destyds, vond ze, wel moést wegkomen uit belgië - "en wel zeker moést ik by de DOVO weg!" pas na twintig minuten doorbabbelen, wel soms met een onderbreking, om voor deze ofte gene der klanten, een croque monsieur te gaan halen, en dan weêr een pot haring, vroeg ze:"en jy? hoe is het met jou, eigenlyk? wat doe jy hier dan wel helemaal?"
    "ik ga vissen met een neef van me," zei jonathan druyts. zyn blik viel weêr door het moeilyk doorzichtige vensterraam; effectief zag 'ie daar, als 'ie het goed had, een jeep komen aanryden. hy ging rechtstaan, om het beter te kunnen zien - jawel: het was buckie. die was al bezig met parkeren. maar niet op een parkeerplek - hy ging, zoals dat heette, "dubbel staan", allicht zelfs zonder zyn motor te willen stilzetten.
    "larissa," sprak jonathan, zonder weêr te gaan zitten. "om eerlyk te zyn, ben ik eigenlyk altyd, eêrtyds, verliefd geweest op jou... heimelyk..."
    "haha!" zei larissa. "dat was niet eens zo heimelyk!"
    "niet?" zei jonathan verrast.
    "maar," zei ze, "een béétje was dat zeker weêrzyds..."
    "dus," dacht jonathan, als het ware stotterend. "dus: larissa was ook - verliefd - op... op my??" inderdaad een aardig compliment, behaaglyk en onverwacht en erotisch. al kon deze fantasie, voorts, op dit ogenblik, weinig van hem vergen - niet op dit verdomde midden van, wat dit was, dit "kruispunt in zyn biographie."
    "vanavond," loog jonathan slim, "vanavond kom ik terug. een goeie vriend komt my oppikken - om te gaan vissen. maar straks kom ik terug..."
    larissa glimlachte - en bleef zitten. met haar twee ogen volgend, hoe jonathan er 'n aanvang meê nam, uit dit tafereel weg te benen.
    vyf minuutjes later zat 'ie al bezyden z'n goeie vriend buckie, in diens brede, naar nieuwheid geurende vehikel. gezwind bewogen zy zich vooruit richting de boot die op hen wachtte, onder een zuivere sterrenhemel, met daarin een joekel van een volle, kolkende maan. reeds kregen zy een uitzicht, geliefde, getrouwe lezers,- ach, beste vitalski-bloggers -, op de diepe, donkerblauw met zwarte, prachtig glinsterende golven die het waren, van de onzegbare noordzee. "jawel," zei buckie plechtig. "dover is hier nog geen 35 kilometers vandaan. maar goed, jy roeit naar nieuwpoort."
    "ik ben er klaar voor," zei jonathan druyts met een lachje. hy stak een cigaret op, inhaleerde zeer diep, en liet zyn hoofd eventjes achterover zinken.


EINDE







Geen opmerkingen: